'Ontroeringen', heb ik hierboven geschreven. Een beetje onbedachtzaam, realiseer ik mij nu, want zeg nu zelf: hoe vaak is een nuchter mens nog ontroerd, 'op heden'. Het zal wel een onbewuste wens zijn om vaker ontroerd te worden, die mij dat heeft doen schrijven. Ik zal er misschien een inspanning voor moeten doen. Welnu, bij deze beginnen we eraan. In het boek van Boon, dat hieronder onder de kop 'Boontje' wordt vermeld, staat onder de titel 'In "De Jaegher"' een ontroerend verhaal. Ik vat het kort samen.
Jeanneke is ziek en wil bronwater. Louis gaat er halen. Hij moet daarvoor door de sneeuw en van de kou - en van lieverlee - belandt hij in café 'De Jaegher'. Daar begint hij 'schietbak' te spelen en hij drinkt. En 't is geen bronwater dat hij drinkt. Eerst verliest hij bij het spel, dus moet er nog eens worden gespeeld. En omdat hij dan wint, komt er een 'belle'. Ondertussen worden er volop druppels aangevoerd. Uiteindelijk verlaat Louis enigszins aangeschoten de herberg en hij komt, mét het bronwater dat hij bijna straal vergeten was, thuis.
Ontroerend? Wacht, het moet nog komen. Waar elke lezer, gevormd door de beelden van de met een deegrol zwaaiende echtgenote van Nero, zich verwacht aan een reprimande van Jeanneke, maakt zij zich, zéér onverwacht, niet boos. '"Och, ge moogt toch ook eens iets hebben in het leven," zei ze.'
Kijk, dat vind ik ontroerend...