zondag 30 januari 2022

notitie 101

(210128)

BROOD OP DE PLANK

Gisteren passeerde redelijk onopgemerkt in het nieuws het voornemen van federaal Justitieminister Van Quickenborne dat kruimeldieven voortaan harder zullen worden aangepakt. Wie op heterdaad wordt betrapt, dient meteen een boete van 300 euro te betalen. Een ‘lik-op-stukboete’ noemt Quickie dat met een flinke kwinkslag. Wie die kruimeldieven dan wel zijn, en waarom zij zich tot het wederrechtelijk vervreemden van kruimels geroepen voelen, daar hebben we het even niet over. Neen, de winkeldiefstallen zijn de afgelopen jaren met zo- en zoveel procent gestegen en de middenstand, die het land regeert, dient daartegen beschermd.

Dat er een rechtevenredige correlatie bestaat tussen de toenemende ongelijkheid en armoede en de stijging van het aantal winkeldiefstallen, daar wordt even niet op ingegaan. Overigens, wat steelt een kruimeldief bij de kruidenier of in de buurtsuperette als het al geen voedsel is om zijn honger te stillen?

Mag wie honger heeft een brood stelen?

Aan de ingreep van Mr Q, de zoveelste manifestatie van de sluipende verrechtsing en verharding van onze maatschappij, moest ik denken bij het bekijken van A Ciambra van Jonas Carpignano.

Ciambra is een krottige uithoek van het land nabij de stad Gioia Tauro in Calabrië, Zuid-Italië, vlakbij de Straat van Messina, waar de voet van het schiereiland de bal Sicilië op de wreef neemt. Het arme Zuiden. Carpignano toont hoe een Roma-familie er probeert te overleven met elektriciteit aftappen, allerlei onbestemde handeltjes, bagage- en autodiefstallen. Een en ander komt de reputatie van de zingaro’s zeker niet ten goede. Wanneer zijn oudere broer en vader gevankelijk zijn weggevoerd voelt de 14-jarige Pio zich geroepen om voor brood op de plank te zorgen. Het laat zich raden dat deze jongeman niet de luxe heeft om zijn tijd te nemen om volwassen te worden.

Behalve de Roma zijn er in de onmiddellijke omgeving nog twee andere gemeenschappen. Om te beginnen zijn er uiteraard de Italianen – we zien ze in deze film nimmer uit hun betonnen woonblokken tevoorschijn komen. Aan een andere zelfkant leven de Afrikanen: donkere mannen zonder papieren, die al evenzeer bijzonder creatief moeten zijn om zich van hun voortbestaan te verzekeren en om hun achterban in het verre Ghana of Mali een schijn van hoop voor te houden.

De acteurs die de leden van de familie Amato spelen heten allemaal Amato – zij zijn met andere woorden gewoon zichzelf en het moet gezegd, dat doen ze schitterend. Wonderlijk hoe Carpignano erin slaagt om hen, ja ook de kleinste kinderen, de camera te doen vergeten. De ouders en de talrijke broers en zussen van Pio slaan voortdurend de goorste taal uit en geven zich over aan overmatige tabaks- en alcoholconsumptie. Het huishouden krijgt regelmatig de politie over de vloer en het contrast tussen taal en voorkomen, ook vestimentair, van het zootje en de picobello, zelfs ietwat nuffige uitdossing van de carabiniere, met veel blingbling en opzichtige versierselen en insignes, kan moeilijk groter zijn.

Ook de omgeving is niet bepaald riant te noemen. Van een korte virtuele rondrit tussen de eenvormige betonblokken op Google Street View wordt een mens al vlug mistroostig en het moet gezegd: het decor van A Ciambra verschilt in niet veel van een stort.

De oude man en het grijze paard die in de film een paar keer opduiken, verwijzen naar een ver verleden. ‘Wij waren altijd onderweg,’ zegt de oude man tot Pio. En hij geeft hem nog een harde levensles: ‘Vergeet niet, het is altijd wij tegen de hele wereld.’

Mag wie honger heeft een brood stelen? Spreuken 6:30-31 is niet eenduidig hierover: ‘Men neemt de dief het stelen niet eens zo kwalijk, / als hij honger heeft en zijn eetlust bevredigt, / maar als hij betrapt wordt, moet hij het zevenvoudig vergoeden’. Toen in 2011 in Genua een dakloze zijn soepstengels afrekende maar twee stukken kaas en een plak worst die hij in zijn schamele jas verstopt had niet, werd hem een zware straf opgelegd. Maar een hogere rechter oordeelde dat het recht op leven voorrang geniet op het recht op eigendom. Niet zo denkt Quickie erover: wie arm is, verdient niet beter dan bij een mislukte poging om zijn honger te stillen bij de lurven te worden gevat.

Nog een geluk dat de regering waar Quickie deel van uitmaakt vorige week besliste om weer eens voor enkele miljarden leuke defensiespeeltjes aan te kopen.

 

Jonas Carpignano, A Ciambra (2017)
De Bijbel, Spreuken, Willibrordvertaling, 1978
https://www.waarmaarraar.nl/pages/re/96869/Eten_stelen_mag_als_je_honger_hebt_top5.html
https://www.standaard.be/cnt/dmf20220121_98053687