(…) Tijdens die gezamenlijke treinrit na het werk – zij
stapte af in Gent – ontving ze een sms van haar vriend. Hij meldde dat er ‘een
mooi maantje’ was. En inderdaad, buiten reisde een mooie sikkel van licht mee
met ons, westwaarts. Dat is wel lief van je vriend, zei ik, dat hij jou daar op
wijst. Dat doen we altijd, antwoordde E.. Dat doen we al acht jaar: iedere
keer dat er een mooie maan is, elkaar daar op wijzen. * (…) *