181209
Stel dat Hitler een zoon had gehad, ja, natuurlijk moest
hij dan Siegfried heten! Dat kon niet anders! * De klankovereenkomst tussen
Wannsee en waanzin. * De regering is gevallen. Enfin, ze is niet gevallen: de
N-VA stapt eruit en Michel I gaat verder als minderheidsregering. (…) Klimaatverziekers zijn het. Maar de bruine onderbuik
smult ervan en voelt mee met Calimero. Er wordt gehunkerd naar een Leider, fier
rechtopstaand, gif spuiend, schreeuwend desnoods. We hebben het laagste en het
vuilste nog niet gezien. Ze gaan nu een halfjaar van op de zijlijn de boel
verder laten verrotten. Het is niet ondenkbaar dat dit al van meet af aan in
het scenario was ingeschreven. Dat de struikelsteen in Marrakesh lag, en
bijvoorbeeld niet in een of ander vastgoeddossier in Antwerpen, was een
godsgeschenk. Het enige wat we kunnen hopen is dat verenigd extreemrechts in
Vlaanderen geen absolute meerderheid behaalt in mei. Want dan zou het wel eens
snel kunnen gaan. * (…) ook omdat het na al een heel weekend regenen eindelijk
wat zonnig is – ga ik naar buiten voor een korte wandeling. Ik zie andere
wandelaars, vaak mannen alleen maar ook koppels. Als twee koppels samen uit
wandelen gaan, lopen de mannen steevast een eind voor de vrouwen uit. Ik vang
flarden van gesprekken op die worden gevoerd door de wandelaars die ik kruis op
het pad over de Vesten. ‘Ik weet nog de tijd dat we daar gingen zwemmen in
Sijsele. We waren met zovelen dat we in de rij moesten staan.’ (De mannen.) ‘Ik
heb er nog van in de kelder staan. Dat is goed materiaal. Ik heb dat gevonden
in de Lidl.’ (De vrouwen.) En dan zijn ze weer voorbij. De mannen, dat was
vader en zoon. De vrouwen: moeder en schoondochter. Of het kan ook vader en
schoonzoon, en moeder en dochter zijn geweest. Wat verderop komt er een koppel
op mij af dat ik ken: J. en zijn nieuwe vriendin. L. heet ze. (…) We maken een
praatje over de politieke situatie. Ik informeer naar J.’s gezondheid. En dan
vraagt hij of ik al naar de kijkdagen bij Bonte ben geweest. Neen, dat heb ik
niet. Ik had het mij voorgenomen maar ik ben het vergeten. En zo krijgt deze
wandeling nog een onverwachte bestemming. Bonte ligt helemaal de andere kant
op, ik neem afscheid en keer terug via het Zand en wandel door het westelijke
segment van de stad tot aan de Ezelpoort. Tussen de talrijke schilderijen vind
ik niet meteen iets naar mijn gading. Enkel een klein (zelf?)portretje van een
schilder van een zekere Schuermans treft mij. Het werkje is bovendien matig geprijsd. (…) Misschien doe ik een bod. * (…)
* Een mooi eresaluut van Mulisch aan
zijn collega. Ik weet niet hoe die twee tegenover elkaar stonden. Niet
vriendschappelijk, als ik mij goed herinner, maar dit is toch mooi. Mulisch
laat Eva Braun, pasgetrouwd op de laatste dag van haar leven en nu dus Eva
Hitler, in haar dagboek schrijven: ‘het was intussen zondag geworden,
niemand sliep, de meesten van ons zullen nooit meer slapen’. * (...) *