1.
Ik bezocht
begin september, tijdens een ándere reis, het aan de schilder Giorgio Morandi
gewijde museum in Bologna. Morandi is vooral bekend van zijn eigenzinnige
stillevens. Hij stelde steeds dezelfde flessen en potjes en vazen op, in
wisselende constellaties. Ik heb leren kijken naar die schilderijen, en de
sleutel, of een van de sleutels, tot een goed begrip ervan ligt in de
wetenschap dat je je blik moet uitbreiden van datgene wat zich thematisch binnen
de lijnen en dus de grénzen van de tekening bevindt – een fles, een pot, een
vaas – naar datgene wat tússen en voor en achter de objecten te zien is. De
tussenruimte is even belangrijk als de voorstelling zelf. Je moet de stillevens
van Morandi in hun gehéél bekijken – en bij uitbreiding geldt dat voor de hele
schilderkunst maar bijvoorbeeld ook voor de fotografie. Op het door de lijst
begrensde tweedimensionale vlak is elke vierkante centimeter, thematisch
geladen of niet, binnen of buiten de grenzen van de voorstelling, even
belangrijk. Buiten de grenzen van de lijst treffen we ándere werken van
dezelfde kunstenaar aan. Zijn volledige oeuvre vormt een nieuwe begrenzing
waarbinnen we bijvoorbeeld evoluties in zijn werk kunnen traceren. Wanneer we
er de oeuvres van andere kunstenaars bij betrekken, diegenen door wie Morandi
zich liet inspireren – bijvoorbeeld Piero della Francesca, Vermeer of Giorgio
de Chirico – krijgen we een nieuwe afgrenzing. En uiteindelijk spreken we over
een hele cultuur, een tijdsgewricht.
2.
Een paar
weken later was ik aanwezig in de Bogardekapel, waar de negentigjarige schilder
en dichter Guido Dobbelaere zijn schilderijen toonde en ook een dichtbundel
voorstelde. Ik las de bundel en vond daarin dit vers: ‘kan je nog tastbaarder
zijn / dan door de afstand / die ons verbindt’. Er is geen contact mogelijk als
er niet ook toenadering mogelijk is. En toenadering is er maar als er afstand
is, verschil.
lees hier
vanaf aflevering 1 van dit stuk over grenzen