181221
(…) * Brief van Koen Peeters, waarin hij verwijst naar
het interview dat ik in 1996 van hem afnam (De Standaard, 30 mei 1996): ‘Jij en ik waren jong, onbesproken,
veelbelovend.’ Dat laatste adjectief, hoewel complimenteus, stéékt. De brief is
met balpen geschreven op de keerzijde van een met de hand gecorrigeerde
bladzijde van het typoscript (van een versie) van De mensengenezer, meer
bepaald het einde van hoofdstuk 16 en het begin van hoofdstuk 17. De
brief dateert van 20 januari 2018 en ik krijg daarvoor in een op de achterzijde
van de envelop bijgeschreven PS een verklaring: hij was vergeten de brief op de
bus te doen, waarna hij tussen zijn paperassen kopje onder was gegaan. Deze
week had hij hem bij het opruimen aangetroffen, waarna hij hem alsnog op de bus
kon doen. Ja, ik was veelbelovend, toen. Ik ben nog altijd veelbelovend, denk
ik soms. Maar ik denk steeds minder, denk ik steeds minder. * Bezoek van de
programmamaakster van Focus TV ter voorbereiding van het portretje dat ze van
mij wil maken. Blijkt dat het maar vier, hooguit vijf minuten kan duren. Ik
praat honderduit gedurende anderhalf uur, over mijn leven, mijn blog, mijn
accident. Ik sta versteld van wat ik allemaal doe, waar ik allemaal mee bezig
ben. Ik vertel over de fietsreis naar Frankrijk, over Proust, over dit dagboek
waarvan ik de bladzijden over een jaar wil gebruiken, over ‘het leven als
voorlopige oplossing’, over mijn memoires, over mijn omgang met de tijd en mijn
angst voor het vergeten. De vrouw vindt het boeiend. Ik vraag me af hoe zij al
dit materiaal zal condenseren. Maar het is haar beroep en ik wil er vertrouwen
in hebben dat ze het tot een goed einde kan brengen. Ze komen op 1 februari
voor de opnames. *