Vladimir
Nabokov, ‘Verschrikking’, in Het vernietigen van tirannen, in Ultima Thule, 360
ǁ
Ik zou haar
naam niet meer herhalen, als een mantra, zo eindeloos vaak dat het de naam werd
van iets anders, iets van steen of hout, iets dat kon worden bezworen en op een
bepaalde manier misschien te doorgronden viel.
Stephan
Enter, Lichtjaren, 116