maandag 24 juni 2019

graag Praag 26


190522

dag 18. Almelo (NL) – Zeist (NL) – 130 km (a)

Vandaag moet enkel afstand worden overbrugd – tot ik, volgens afspraak, om zes uur vanavond Jan-Willem ontmoet. Tien jaar zal het geleden zijn dat we elkaar zagen. In Brugge was dat. Maar we zijn elkaar al die tijd wel blijven lezen. Jan-Willem is JWL.


Het eerste deel van de rit, tot en met Deventer, verloopt mooi en comfortabel. Deventer valt heel goed mee. De fietssnelweg voert je zonder potentiële conflicten met gemotoriseerd verkeer tot de autovrije binnenstad. Daar heerst, in dit zomerse weertje, de terrascultuur. Ik neem er aan deel met een punt kaastaart en een koffie. Een ouder koppel dat aan het tafeltje naast mij heeft plaatsgenomen maak ik diets dat ze lang kunnen zitten wachten als ze niet zelf naar binnen gaan om er te bestellen wat ze nodig hebben. Er is in deze zaak niet alleen geen bediening, ook cash betalen kan niet. Er wordt enkel met de kredietkaart betaald. ‘Geen cash maar pinnen!’


In het tweede gedeelte van de rit neemt het verkeer de bovenhand. Ik rijd dwars door de Veluwe. Het is vreemd om ter hoogte van het militair domein mitraillettes te horen afgaan. Vlak voor Zeist zie ik een wegwijzer naar ‘De Pyramide (sic) van Austerlitz’. Ik ken dat van een liedje van Boudewijn de Groot: ‘Waar ik woon’, waarin ook ‘Het Venetië van het Noorden’ wordt vermeld. (‘Ik besloot om terug te gaan / “Meneer, u moet rechtdoor” / Was het laatste wat ik hoorde’.) Ik ben te vroeg voor mijn afspraak, dus heb ik nog tijd om deze bezienswaardigheid te gaan bekijken. Achter het gesloten hek zie ik wat het is: een kunstmatig aangelegde heuvel met een torentje erbovenop. Zoals de Veluwe het Centraal Massief van Nederland is, zo lijkt dit de Franse tijd memorerende monument wel het Nederlandse Waterloo. Aan de overkant van de weg houdt de Koninklijke Nederlandse Voetbal Bond (KNVB) kantoor. In een perk naast de parking staan een aantal beelden van voetballers in actie. De grote namen van het Nederlandse voetbal: Krol, Cruijff, Neeskens… Twee jongemannen in maatpak komen uit het gebouw aangelopen. Voetbalsterren van vandaag misschien, ik volg het zo niet meer. Ik spreek hen aan: ‘Ik kom uit België, maar deze ken ik allemaal! Het waren ooit ook mijn helden. In de tijd van Herman Kuiphof, toen ik met mijn vader naar Studio Sport keek.’ De twee kijken me meewarig aan en zeggen niets. Ik voel me een beetje belachelijk en oud.