zaterdag 8 juni 2019

wolken 3356-3366

wolkenfragmenten uit Claudio Magris, Donau

3356
Céline ondergaat deze chaos aan den lijve, deze ‘draad van de Geschiedenis die dwars door mij heen loopt, van mijn hoofd tot mijn voeten, van de wolken tot mijn hoofd, tot mijn anus’. (Magris citeert Céline, 46)

3357
Suleika weet dat ze slechts een voorbijgaand moment is, de schuimkop van een golf of de rand van een wolk, maar ze is op ingetogen wijze verheugd dat ze voor een ogenblik het ritme van dat voortvloeien belichaamt. (130)

3358
Maar ook wanneer de trompet uit de Fidelio had geklonken zou de bevrijde mensheid, op de hoogste verdieping van de wolkenkrabber waar hij woonde, moeten denken aan alle vernederde, lijdende verdiepingen die, zoals Horkheimer schreef, die bovenste verdieping ondersteunen. (161)

3359
Om vijf uur ’s ochtends is deze schare van grafstenen, borstbeelden en monumenten nog haast onzichtbaar en verborgen in de bewolkte, druilerige ochtend, in een ondoorzichtige, kleurloze werkelijkheid, hier en daar gespikkeld door votieflampjes. (182)

3360
Tijdens deze vochtige zonsopgang, die de donkere wolken begint te doen verschieten, beleef ik geen groot jachtavontuur maar misschien wel het toppunt van mijn roem en glorie (…) (183)

3361
In Boedapest denken ze zo intens aan de ondergang of aan de gevreesde en geconstateerde ondergang van Europa juist omdat Europa er nog is, omdat haar zon nog hoog boven de horizon staat en warmte geeft, maar tegelijk versluierd is door wolken en gordijnen die er gebiedend op wijzen dat het in een eindfase verkeert. (265)

3362
(…) een post-historische toekomst zonder stijl, bevolkt door in spraakverwarring verkerende massa’s van gemengde samenstelling, die niet naar natie of volksgroep kunnen worden onderscheiden, Maleis-Indiaanse levantijnen die wonen tussen barakken en wolkenkrabbers, tussen twaalfde-generatie computers en verroeste fietsen die uit het verleden zijn opgevist, tussen de puinhopen van de vierde wereldoorlog en bovenmenselijke robots. Het architectonische landschap van deze toekomstige metropool is archaïsch-futuristisch, met kilometershoge wolkenkrabbers en superproduktietempels als het station van Milaan. (266)

3363
Al is in de jaren vijftig hier en daar een wolkenkrabber in sovjetstijl gebouwd, zoals het Scínteiagebouw, de stad is net als Parijs overwegend horizontaal; zij klimt niet omhoog, zoals veel moderne westerse steden, maar strekt zich uit in de richting van de vlakte. (367-368)

3364
Het architectonische eclecticisme is loodzwaar, de liberty heeft iets duister monumentaals, de zee is vandaag echt donker, loodkleurig onder de zware regenwolken, de kranen van de haven tekenen zich in roestige treurnis af tegen de horizon. (383)

3365
(…) het licht in de diep gelegen zaal is zwak en het bondgenootschap tussen het onbewolkte middaguur en de brandende kroonluchter is niet voldoende om het menu leesbaar te maken. (390)

3366
De horizon is immens en grauw, als een heel hoge, brokkelige muur, de zon doorsteekt de zee met witte lansen, de rand van een wolk verglijdt en zakt omlaag (…) (403)