Ik bekijk de vlucht van de
hommel die naast me gelijk
op vliegt. In ‘t roodgestipte
perk fotografeert een vrouw
klaprozen. Voor het verkeers-
licht ronkt een kever. Een kie-
kendief zeilt op de zeebries.
‘Wat vet op uw ketting en
ge rijdt vijf per uur rapper,’
bedank ik mijn gangmaker.