donderdag 6 juni 2019

graag Praag 11

190511

dag 7. Ingolstadt – Straubing – 108 km (b)

Ik kom vlak voor het al de hele dag dreigende onweer in Straubing aan en vind er een onderkomen in het aan de langwerpige Theresienplatz gelegen Gäubodenhof, waar het personeel in traditionele Beierse klederdracht voortreffelijke diensten verleent. (De slogan van het hotel op de website luidt dan ook: bayrisch genieβen!) In een klerenwinkel aan een van de zijstraten van het plein zie ik hoeveel geld het kost om je traditioneel uit te dossen. Authenticiteit is niet voor Jan met de Pet weggelegd, zo blijkt: een Lederhosen kost al vlug 600 euro. Ik moet hieraan denken wanneer ik lees wat Magris te vertellen heeft over de authenticiteit van Martin Heidegger: ‘Hoe broederlijk Heidegger zich ook verbonden voelde met de mensen uit zijn streek, toen hij in zijn befaamde hut in het Zwarte Woud woonde waar hij zich op zijn oude dag graag terugtrok in een eenzaamheid zonder enig comfort, kende hij vermoedelijk niet de nederigheid van de herder van het Zijn’ (40). Dat klinkt nog voorzichtig, maar een bladzijde verder laat Magris het helemaal lopen: ‘Wanneer iemand zich tegen de massa uitspreekt en vergeet dat hij er zelf deel van uitmaakt, neemt hij door het verkondigen van de individuele authenticiteit de pose aan van een parvenu.’ (41)

Op de historische foto’s van de Theresienplatz die langs de trap zijn opgehangen zie ik nergens de centraal op het plein staande belforttoren. Is die achteraf gereconstrueerd? Ik zou het kunnen opzoeken. De foto’s getuigen hoe dan ook van een voorgoed voorbij, in tradities gedrenkt leven. Was dat leven authentieker, rijker, échter, gelukkiger?


Ik ben net op tijd terug van mijn wandeling want nu begint het pas echt goed te gieten. Het was een verstandige beslissing om Straubing als etappeplaats te kiezen. Anders was ik nu wellicht nog aan het fietsen en op zoek naar een hotel. Ik lever mij over aan de kookkunsten van de chef van het Gäubodenhof en ik moet zeggen dat die niet gering zijn. Zijn aspergeroomsoep is uit de kunst. (Spargel, weet ik nu, nadat ik langs de weg tientallen kraampjes heb gezien waar ze, vaak samen met aardbeien, te koop worden aangeboden, is het Duitse woord voor asperge.) De salade met gegrild rundsvlees moet er niet voor onderdoen. Aan het tafeltje tegenover het mijne gaat een zware man zich te buiten aan een in halveliters bier gedrenkt driegangenmenu terwijl hij zich de plaagstoten van zijn vrienden, die niet mee-eten, laat welgevallen. Zijn lach klinkt behoorlijk luidruchtig en dat, samen met zijn hele postuur en houding, doet mij vermoeden dat hij een man van aanzien moet zijn want anders zou hij in dit welvoeglijke etablissement niet op de egards kunnen rekenen waarmee hij wordt bediend en gedoogd. 


Toen ik mijn kamer betrok, bleek de televisie niet te werken. Tijdens mijn maaltijd heeft iemand hem dan toch aan de praat gekregen, zodat ik mijn geprivilegieerde situatie kan vergelijken met het leed in de wereld: Iran, Jemen, Venezuela. Niet op de ZDF of een van de talrijke commerciële zenders maar op BBC World. Op alle andere is het reclame, reclame en reclame. En kookprogramma’s. En weddenschappen.