190512
dag 8. Straubing
(D) – Kdyně (CZ) – 92 km (b)
In zijn
boek over Praag, oorspronkelijke titel Prague
Pictures, vertelt John Banville over een terugkeer in 1985 uit het toen nog
door de communisten bezette en in een apathische halfslaap verkerende
Tsjecho-Slowakije. Wanneer hij de grens met Oostenrijk heeft overgestoken, was ‘het
eerste’ wat hij zag ‘een reclamebord met een halfblote vrouw als publiciteit
voor een of ander decadent westers luxeproduct – Mercedes of kleding van Dior.’
Banville bekent dat er ‘iets’ in hem ‘instinctief en onweerstaanbaar zwolg van
genot’, maar dat hij zich tegelijkertijd schaamde. Ik maak de reis in
omgekeerde richting en kijk, de tijd is intussen ook een andere richting
uitgegaan want het eerste wat ik in Tsjechië zie is een reusachtig
publiciteitspaneel waarop reclame wordt gemaakt voor een nabijgelegen seksclub.
Wat verderop staan in een afgesloten weitje enkele lama’s treurig voor zich uit
te staren.
Ook Kdyně
ligt net als Cham dicht bij de grens, maar dan aan de andere kant ervan. Dit
plaatsje straalt – het is nu laat in de namiddag – eenzelfde troosteloosheid
uit. Een ontmantelde spoorlijn en een hoge wit-rood gestreepte
fabrieksschoorsteen brengen al ver vóór het dorp alles in gereedheid voor die
verpletterende eerste indruk. Aan het langwerpige marktplein vind ik niet één
of twee maar drie bankautomaten om Tjechische kronen af te halen alsook een
gesloten hotel. Van de opschriften begrijp ik zo goed als niets, en ook van de
uitleg die de drie schooiers aan wie ik vraag of zij weet hebben van een
overnachtingsmogelijkheid in dit gat – ik formuleer het wel iets vriendelijker
dan dat! – mij geven, snap ik geen snars. In een door Cambodjanen of in elk
geval Ver-Oosters uitziende mensen uitgebate kruidenierszaak, die zich kennelijk
niet zoals aan de rest van dit ingeslapen gat aan de zondagsrust houdt, betaal
ik met een verse flap van 1000 Kč de 38 Kč die de literfles spuitwater, het
blikje cola, de drie wortelen en het stuk chocolade hier samen kosten. 1 euro
is ongeveer 25 Kč waard. Op het plein staan twee standbeelden van mij onbekende
heerschappen, en ook een tijdelijk podium waarop, zo blijkt uit een spandoek,
nog maar net de Tsjechisch-Amerikaanse vriendschap ‘1939-2019’ werd gevierd.
Ik beland
op een kamer boven een pizzeria. Het vastgoedensemble telt drie heel propere,
zo te zien nieuwe kamers, en wordt uitgebaat door een pronte blondine die,
nadat ik haar telefonisch heb weten te bereiken, in een knalwitte Audi uit het
betere gamma komt aangereden. Zij vraagt voor de kamer inclusief ontbijt
ongeveer de helft van het bedrag dat ik gisteren in Straubing heb opgehoest. Ik
kijk op de Tsjechische openbare televisie, gefascineerd door die totaal vreemde
taalklanken, naar gedubde documentaires over de bouw van de Egyptische
piramides en over zebra’s in Zimbabwe, naar het nieuws en het plaatselijke
Sportweekend, en uiteindelijk naar de oersaaie proloog van The Fellowship of
the Rings, waarin onder meer te zien is hoe vele duizenden manschappen
tellende legers elkaar in de pan hakken.