september 1991
‘Veel toeristen zijn mijn vrienden niet’
In de rubriek
reisgidsliteratuur over Portugal kun je sedert mei 1989 in het Nederlandse
taalgebied niet meer naast Rentes de Carvalho kijken. In de inleiding van Portugal. Een gids voor vrienden
verklaart Rentes de Carvalho zich nader: ‘Dit is geen gids voor toeristen.’ Het
is een gids ‘voor hen die beseffen dat het doordringen in andermans intimiteit –
of dat nu een huis is of een land – terughoudendheid vereist, bescheidenheid,
eerbied voor andere zeden en gewoonten en het respecteren van een aantal
formaliteiten’.
Het verraderlijke is
natuurlijk dat het slag mensen dat Rentes de Carvalho ‘toeristen’ noemt uit
zichzelf geen interesse heeft voor dit soort boekwerken, terwijl zijn ‘vrienden’
zich maar matig geflatteerd zullen voelen, wanneer ze aan den lijve ondervinden
dat het toerisme ook in Portugal inmiddels zo massaal en zo nietsontziend
geworden is dat er maar weinig kans overblijft dat hun respectvolle bezoek door
de plaatselijke bevolking als dusdanig erkend zal worden. Met andere woorden:
het door de auteur gemaakte onderscheid tussen ‘toeristen’ en ‘vrienden’
bestaat enkel nog in theorie; de ondertitel en de inleiding van de gids vormen
samen niets anders dan een spitsvondige introductio
ad captandam benevolentiam. (Wat niet wegneemt dat het onderscheid moet
blijven gemaakt worden.)
Maar goed. Is dit een
degelijke, een bruikbare gids? Op het eerste gezicht – voor de afreis –biedt Portugal. Een gids voor vrienden een
gegevensbank aan informatie. Algemene wetenswaardigheden staan in een eerste
hoofdstuk gerangschikt onder de rubrieken ‘kleding’ (‘Carnaval is het alleen in
februari, Portugal is Hawaii niet’), ‘eten en drinken’ (‘Drink wijn’), ‘armoede’,
‘milieuvervuiling’, ‘taal’ etc. Dan volgt een beknopte historische schets (met
een uitgebreide chronologische tabel) en een vocabularium, waarin culinaire
finesses als carapau (‘horsmakreel’),
esparregado (‘puree van groene kool’)
enperu (‘kalkoen’) niet ontbreken.
Het is alleen jammer dat de woordenlijst van het Portugees naar het Nederlands
voert; het omgekeerde kan minstens even nuttig zijn. Daarop volgt een vrij
oppervlakkig stukje over Portugese literatuur waarin nagenoeg alles wat maar
enigszins recent is, wordt doodgezwegen. Er volgt nog een stukje over de fado, ‘de
muzikale uitdrukking van de saudade,
het zeer Portugese en onbeschrijflijke levensgevoel van nostalgie,
ontevredenheid, het willen van iets totaals, tegelijk opluchting en droefenis
vanwege de pijn en de liefde die geweest zijn, die nog komen moet en die nooit
zullen komen’.
Zoveel is duidelijk: dit
is geen neutrale, objectieve gids; Rentes de Carvalho doet zijn best om zijn
eigenzinnige, soms wat belerende kijk op zijn land stijlvol en met (een
aristocratisch aandoende) humor neer te schrijven. Daarom alleen al is dit een
bijzondere reisgids.
De volgende 325
bladzijden van het boek worden ingenomen door een afdeling ‘routes’. Rentes
stelt autotrajecten voor en wandelingen langs tal van bezienswaardigheden, en
hij lardeert zijn beschrijvingen met sappige historische anekdotes, nuttige
tips en puntige opmerkingen.
We hebben de
voorbereiding achter de rug en treden volop in de fase van het gebruik. Heel
vlug blijkt dat de gids onhandig is. Hij is te zwaar om mee te sleuren op de
erin voorgestelde wandelingen. Bovendien zijn de te schaars opgenomen
stadsplattegronden zeer ontoereikend. Dus moet je naast de gids nog een hand
vrijhouden voor een kaart. Wat het inhoudelijke betreft, daar kan de gebruiker
(met vermoeide pols) alleen ter plekke ondervinden in hoever re de overvloedige
informatie met de werkelijkheid overeenstemt. Wie de proef op de som neemt,
komt tot merkwaardige vaststellingen.
Enkele voorbeelden. De vroegere refter
van het klooster van Batalha is geen ‘militair museum’; er is alleen maar een
collectie bric-a-brac en bibelots te zien, ‘geschenken’ die door buitenlandse
delegaties bij hun bezoek aan Portugal aan de onbekende soldaat werden
aangeboden. Wie de ‘schitterende Jugendstilhuizen’ in Caldas da Rainha na lang
zoeken gevonden heeft, komt bedrogen uit. Minder een kwestie van smaak is de
ergernis die je overvalt als je in dezelfde stad aan het zoeken bent naar de
Capela de Sao Sebastiao – de enige plaatsaanduiding die Rentes geeft is: ‘in de
stad’. Gelukkig zijn we niet in Lissabon, waar de Basilica da Estrela staat. In
die kerk bevindt het mausoleum van Koningin Maria I zich niet ‘links’, maar
rechts van de hoofdkapel. Minder bijkomstig is dat het Museu Nacional de Arte
Antiga niet, zoals Rentes zegt, ‘het belangrijkste museum van Portugal’ is. Die
kwalificatie zou meer op zijn plaats zijn in de (in verhouding) veel te korte
paragraaf die gewijd is aan het museum van de Stichting Calouste Gulbenkian.
Van de Casa dos Bicos – eveneens in Lissabon – werd alleen de voorgevel in zijn
oorspronkelijke staat hersteld en niet, zoals in de Gids voor vrienden staat, het hele gebouw. Enzovoort.
Rentes de Carvalho heeft
er de voorkeur aan gegeven véél informatie te geven. Die is uiteraard heel
dikwijls nuttig en leerzaam, maar wordt te zeer ontsierd door
onnauwkeurigheden. Storend is ook dat nergens een onderscheid wordt aangebracht
tussen het bijkomstige en datgene wat ‘niet te missen’ is. Nergens neemt de
auteur de moeite zijn bronnen te vermelden. De gids van Rentes de Carvalho is,
mede dankzij het uitgebreide registerapparaat, een vooraf in te kijken
naslagwerk over Portugal. Als reisgezel kan het boek niet lang zijn misbaarheid
verhullen. (Tenzij u misschien bevriend bent met de auteur.)
J. Rentes de Carvalho, Portugal Een gids voor vrienden, De
Arbeiderspers, 390 blz. 990 BEF.
Deze tekst verscheen in het
juninummer 1991 van Kunst & Cultuur, het
inmiddels ter ziele gegane tijdschrift van wat toen nog het Paleis voor Schone
Kunsten heette, nu Bozar.