Fotografie heeft mij al veel bijgebracht, onder meer het
besef van ruimtelijkheid. Architectuur, stedelijkheid en landschap zijn de
gegevenheden. Met het kadreren haal je daar telkens je eigen interpretatie uit.
De aanwezigheid van mensen in het beeld (meer dan van dieren), maar ook van
cultuurelementen (talige elementen) en de interacties die zich al dan niet
toevallig voordoen vullen de ruimte in het gekadreerde beeld en brengen deze
ruimte tot leven. Dat betekent ook dat zij (de mensen, de betekenissen en de
interacties) de tijd binnenbrengen. ‘Sense of Place’, dat is: ruimte, die door
de toevoeging van tijd (leven) betekenis krijgt en daardoor tijdelijk wordt. De
kringen in het water op de affiche en de vrouw die op het punt staat het beeld
te verlaten (maar evengoed de bus die toevallig de uitsnijding tussen affiche
en gebouw vult) staan, zo bekeken, op hetzelfde niveau.