Het einde van de tunnel is in zicht, zei ooit een beroemd
Belgisch politicus ergens in het begin van de jaren tachtig, ergens halverwege
een vorige crisis. Dat is juist – indien het geen tunnel ware, het zou een
doodlopende konijnenpijp zijn en dat willen we ons toch liever niet
voorstellen. Het is dus juist: het einde van de tunnel is in zicht. Maar niet
voor iedereen in dezelfde mate. De ene rijdt hem freewheelend in, de ander
sjokt met gebogen hoofd een onzekere toekomst tegemoet, in zicht of niet in
zicht.