De normale kleur van de dieren is bruin, en uit onderzoek is bekend dat ze wit worden van angst en rood van kwaadheid. (Hun bloed is overigens blauwgroen.)
In Seattle, op zoek naar de reuzeninktvis, werd Cousteau gewaarschuwd dat deze gevaarlijke dieren dikwijls duikers verscheuren. Natuurlijk bleek de waarheid volstrekt anders te zijn: aangezien reuzeninktvissen even schuw en bang zijn voor mensen als de meeste andere dieren, was het probleem niet om aan de reusachtige dieren te ontsnappen, maar juist om ze te zien te krijgen. Cousteau en zijn Amerikaanse duikers ontdekten dat deze schuwe dieren ook ongelooflijk nieuwsgierig zijn naar mensen. Cousteau’s duikers raakten helemaal in de ban van hun reusachtige, gele ogen met de zwarte pupillen die met grote interesse op hen gevestigd waren.
Jeffrey Masson, XYZebra, 319