maandag 4 juni 2012

schrikkel 139d

Steeds vaker worden taken, vroeger door mensen uitgevoerd, overgenomen door machines. We worden allemaal vervangen door vogelverschrikkers. We zijn overbodig. Enfin, toch in veel en wellicht in meer gevallen dan we geneigd zijn te denken. De vooruitgang staat niet stil. Hij raast voorbij en wij gaan ervoor aan de kant staan. De machines tonen hoe bescheiden onze bijdrage vroeger was. Deze, mét zotskap op, maant, door met de linkerarm, of zijn imitatie van een linkerarm, op en neer te zwaaien tot vertragen aan. Een weinig benijdenswaardige taak en we zijn blij dat we het niet meer zelf moeten doen. Maar is het efficiënt? Zotskap of niet, deze mensmachine kan niet uit eigen beweging de geschiktste plaats opzoeken – enkele honderden meter voor de file – om het hoogste rendement te halen. Kom je hem tegen als je al staat aan te schuiven, wordt hij pas goed belachelijk. En dan wou je dat het een levende mens was met wie je al eens een blik kon uitwisselen of, door je opengedraaide ruit, een paar woorden. ’t Ziet er niet goed uit achter je. Zoiets. Of: Heb je een paraplu bij?