Zij staat hier elke dag. De Sophie Calle van dienst, maar
dan zonder fototoestel allicht. Rommel ruimen op de kamers voor een habbekrats.
De op een hoop gegooide handdoeken in een hoek van een veel te natte badkamer. Haren
in het afvoergat en wijnvlekken op de lakens. Een vuile stinksok die is blijven
liggen. En kijk, ook hier zijn alle zeepjes meegegrist. Kamermeisje,
kamervrouw. Strijdvaardig in de liftdeur, orders in ontvangst nemend van de
receptioniste. Denkend aan thuis, ongetwijfeld. Onverschillig geworden voor de
levens die hier anoniem samenkomen en dan weer verdwijnen naar betere oorden –
en beter moeten ze zijn want zeg nu zelf, wie kan zo’n hotelkamer betalen?