Wij hadden tot middernacht gewerkt en gingen nu op het
station af. De dagingang was al gesloten. Er vertrok nog een trein om twintig
over. Op het plein was het nachtleven al begonnen: een vrolijke anarchie waarin
pendelaars zich beter niet mengen. Ik zou om twee uur thuis zijn, om half drie
in bed. En binnen negen uur zou ik hier opnieuw passeren, maar dan in de
tegenovergestelde richting.