dinsdag 5 juni 2012

schrikkel 144

De gelijkenis met een gefossiliseerd vliegend reptiel roept de tijd op dat dit prille wezen nooit zal hebben gekregen om tot volle wasdom te komen. Wonderlijk geconstrueerd, met alles erop en eraan – maar het dient tot niets. Of het zou moeten zijn dat het dient om ons op de sterfelijkheid te wijzen en op de blinde gang der genen. Uit het nest gevallen of gestoten, we zullen het niet weten en het heeft ook geen belang. Dit kuikenfossiel is rijp voor de verrotting, het zal maar even hebben bestaan. En het is, daarin, verwant met ons.