Op de Avenue Ledru-Rollin beland ik op een markt. Een
prachtige zondagsmarkt, met Franse topklasseproducten: groenten, fruit, vlees,
vis, zuivel… Alles, en van alles het beste. En dan zijn er ook de boerenhemden
en zakdoeken en de quincaillerie. En
nog meer in de periferie van dit langwerpige kramendorp onder de bomen van de
avenue, stilaan uitdijend in de richting van een – duidelijk minder authentieke
– tourist trap met pottecarrie en
fikfakkerie en brol (geurkaarsen, new age-muziekjes, handgemaakte lederwaartjes):
een paar exotische kramen. Onder andere van een modern communicerende verkoper
van namaak-Afrikaans. Ik denk niet dat hij zijn leverancier aan het bellen is
met een verzoek om dringende levering. Daarvoor geniet zijn koopwaar net iets
te weinig belangstelling.