dinsdag 26 juni 2012

wolken 393-411

wolkencitaten uit: W.G. Sebald, De ringen van Saturnus
393
Door de fantastische invloed van de pijnstillers die in mij rondcirkelden voelde ik mij in mijn ijzeren traliebed net een ballonvaarder die gewichtloos voortglijdt door het wolkengebergte dat rondom hem oprijst. (26)

394
Het is verbazend, zegt Browne, hoe lang de aarden potten met hun dunne wanden ongedeerd twee voet diep in de grond bewaard zijn gebleven terwijl er ploegscharen en oorlogen overheen zijn gegaan en grote huizen en paleizen en wolkenhoge torens zijn ingestort en vergaan. (34)

395
Het was een dag met een zeer laaghangende bewolking toen ik in augustus 1992 naar de kust reed met de oude, tot aan de ruiten met roet en olie besmeurde dieselrailbus die destijds de verbinding tussen Norwich en Lowestoft onderhield. (39)

396
Toen ik de volgende morgen met de rugzak over mijn schouder hotel Victoria verliet, was Lowestoft onder een wolkenloze hemel weer tot leven gekomen. (53)

397
Tegen het einde, als het schip op de thuishaven afstevent, breken de stralen van de avondzon door de wolken heen en verspreiden ze hun glans over de nu stil geworden zee. (63-64)

398
Het was alsof er een glazen stolp over de wereld heen was gezet, totdat er uit het westen machtige stapelwolken opkwamen die langzaam een grijze schaduw over de aarde trokken. (69)

399
Wolkenbanken pakten samen boven de zee die nu met witte strepen bekrast was. (76)

400
De regenwolken waren weggetrokken toen ik na het avondeten een eerste rondgang maakte door de straten en stegen van de stad. (85)

401
Verder en verder gleed mijn blik over de zee, tot daar waar de duisternis het dichtst werd en waar, amper meer te onderscheiden, een zeer merkwaardig gevormde wolkenbank lag, waarschijnlijk het achteraanzicht van de regen die aan het eind van de middag op Southwold was neergekomen. (88-89)

402
De spitse toppen van de bergen waaruit ik tevoorschijn was gekomen tekenden zich met welhaast beangstigende scherpte af tegen een turkooisblauwe hemel waaraan twee of drie roze wolken zweefden. (89)

403
In werkelijkheid heeft Ruisdael bij het schilderen namelijk natuurlijk niet op de duinen gestaan, maar op een denkbeeldig punt een stukje boven de wereld. Alleen zo kon hij alles tegelijk zien, de reusachtige wolkenhemel die tweederde van het schilderij beslaat, de stad die, afgezien van de boven alle huizen uittorenende Sint-Bavokathedraal, nauwelijks meer is dan een soort rafels aan de horizon, de donkere bosjes en struiken, de boerderij op de voorgrond en het lichte veld waar de banen wit linnen op de bleek liggen en waar, voorzover ik het kon tellen, zeven of acht figuurtjes van amper een halve centimeter groot aan het werk zijn. (92-93)

404
Op de tafels liggen oude registers van de havenmeesters, logboeken, verhandelingen over de zeilscheepvaart, diverse nautische tijdschriften en boeken met gekleurde platen waarop legendarische zeeklippers en oceaanstomers als de Conte di Savoia en de Mauretania staan afgebeeld, reuzen van staal en ijzer, meer dan driehonderd meter lang, die met hun schoorstenen vaak in de laaghangende wolken verdwijnen en waar het hele Capitool van Washington in gepast zou hebben. (101-102)

405
De blauwe hemel welfde zich over de daken van de huizen, en de wolken zweefden hoog in de lucht voor de wind uit als een eskader zeilboten. Misschien heeft Konrad tijdens de uitvaart, terwijl de geestelijke in zijn zware, met zilverdraad bestikte ornaat de dode in zijn graf toverwoorden achterna mompelde, zijn blik een moment opgeslagen en dat schouwspel van zeilende wolken gezien zoals hij het nog nooit van zijn leven gezien had (…). (116)

406
In de jaren die op de eerste ontmoeting in Wales volgden, zochten Browne en FitzGerald elkaar herhaaldelijk op in Bedfordshire respectievelijk Suffolk, en dan reden ze in een wagentje met één paard door het land, doorkruisten de velden, gingen tegen de middag een herberg binnen, keken de altijd naar het oosten trekkende wolken na en voelden soms misschien de stroming van de tijd op hun voorhoofd. (205)

407
Terwijl ik op de pier op de veerman zat te wachten, brak de avondzon door de wolken en bescheen de grote bocht van de zeekust. (238)

408
Bijna vier uur was ik onderweg, en ik zag niets anders dan de al grotendeels afgemaaide, tot aan de horizon reikende korenvelden, de met laaghangende wolken bedekte hemel en de boerderijen, die op een afstand van een, twee mijl van elkaar lagen en meestal door een klein eilandje van bomen waren omringd. (…) Af en toe scheurde het wolkendek een beetje open op deze dag die in mijn herinneringen nu eens loodzwaar, dan weer geheel gewichtloos was. (243)

409
Ongeveer om de mijl kom je door een dorpje dat zelden meer dan een tiental huizen telt, en die dorpjes zijn zonder uitzondering genoemd naar de patron van de betreffende dorpskerk, heten dus St. Mary en St. Michael, St. Peter, St. James, St. Andrew, St. Lawrence, St. John en St. Cross, reden ook waarom de hele landstreek door zijn bewoners The Saints wordt genoemd. Men zegt dus bijvoorbeeld: He bought land in The Saints, clouds are coming up over The Saints, that’s somewhere out in The Saints enzovoort. (251)

410
Seinvuren verlichten de door duizenden soldaten bezette tinnen van de stad, de vuurspuwende parabolische banen van de kogels kruisen elkaar in de donkere lucht, en vóór elk kanonschot schiet er een felle flits omhoog, over de stapelwolken heen tot in het blauwe zenit. (258)

411
Witte wolken dreven voort in de duisternis, en telkens weer schoot er langs de hemel een angstaanjagende flikkering, die zoals ik later hoorde werd veroorzaakt doordat de hoogspanningsleidingen met elkaar in contact kwamen. (267)