Samen met D, J, E en de minister leggen we een deel van het Driekanalen-traject af. In het eerste deel hangen we een tijdje aan een pelotonnetje dat met plusminus 35 op het smalle jaagpad voortjaagt. Tot J zegt dat het welletjes is geweest. Ik praat met alle vier mijn kompanen. D’s fiets piept behoorlijk luid. We krijgen een tijdje het gezelschap van een praatgrage wielertoerist. Halt houden we in het café aan de vaart bij Raverschoot (nabij Eeklo). J vertelt er hoe het komt dat zijn vriend M altijd afscheid neemt met de formule ‘Houdt hem recht’. Ooit had J in het ziekenhuis, onhandig naar woorden zoekend, met die formule afscheid genomen van een terminaal zieke vriend: een contaminatie van het in onze streektaal gebruikelijke ‘Houd je recht’ met, ja waarmee eigenlijk? Dit nogal pijnlijke incident leeft voort in de ironische herhaling door M, de formule is inmiddels geijkt.
Het laatste stuk, vanaf Donk binnendoor, wordt ondanks de tegenwind nog stevig doorgefietst. De minister dolt als een klein jongentje wat met de achterblijvers.