De quote die ik gisteren in de rubriek ‘Uit het nieuws’ overnam over de ‘operationele winst’ van de bank Fortis heeft – hoeft het gezegd – uiteraard te maken met mijn absolute aversie voor alles wat met banken, behalve de Triodosbank, te maken heeft: omdat ze als verzekeraars elke cent drie keer omdraaien alvorens iets uit te betalen; omdat ze op een spaarrekening amper genoeg rendement uitkeren om de inflatie bij te benen; omdat ze je een half leven lang aan zich weten te binden met leningen; omdat ze voor voor- en nadelen een verschillend lettertype gebruiken in de contracten; omdat ze van hun gebouwen bunkers maken en de oude mensen naar het selfbanken jagen, ongeacht of die daar ook maar iets van begrijpen; omdat ze hun eigen personeel schofferen en slechter behandelen dan een plantageboer zijn slaven. Enzovoort, ik kan wel een tijdje doorgaan. En dat alles onder dat schijnheilige mom, de vrucht van een zéér bestudeerde image building. Ik citeer uit een kunstcatalogus bij een tentoonstelling die mede door Fortis werd gesponsord, in Rotterdam, een jaar of drie geleden: ‘Als grootste financiële dienstverlener in de Benelux ondersteunt Fortis Bank deze tentoonstelling en bevestigt daarmee de hechte band die ook op cultureel gebied tussen België en Nederland bestaat.’ Neenee, het gaat niet om economisch expansionisme, een Belgische bank die ook in Nederland voet aan de grond wil krijgen: het gaat om een ‘hechte band op cultureel gebied’. Omdat ze hypocriet zijn in zowat alles wat ze zeggen; omdat ze niet alleen culturele manifestaties sponsoren maar ook de wapenindustrie; omdat ze mijn kinderen bestoken met reclame, ten einde hen al op jonge leeftijd aan zich onderhorig te maken; omdat ze zodra iedereen afhankelijk is geworden diensten aanrekenen die ze eerst gratis hebben aangeboden…
Overigens: welke soorten winst gaan er nog allemaal schuil achter dat woord ‘operationeel’? Die verdrievoudiging is wellicht maar het topje van de ijsberg?