Naast de dubbele vaart tussen de weg naar Lapscheure en de weg naar Sint-Rita zit op een betonnen muurtje van een sas een kat naar de velden te staren waarop de lage zon een gouden gloed legt (vergeef me het cliché). Ik denk aan allerlei dingen. Aan de reis die voorbij is, aan bepaalde dromen die ik de voorbije nachten heb gehad, aan de liedjes van Bourvil die door m’n hoofd denderen, aan het feit dat ik aan dat alles denk en eigenlijk ook, ja waarom ook niet, aan het feit dát ik denk en hoe wonderlijk dat is. Ik denk ook aan A, de dochter van J, die vorige week in de Van Coilliedreef, een deel van mijn parcours, door een 4x4 is opgeschept en nu voor haar leven vecht. Ik denk aan R’s moeder, die vorige week is begraven, en aan J’s vader, die gisteren is gestorven… De zon staat laag en verandert alles in een fel contrasterend zwart-wit.