M & L, de via huisruiltoestanden maandag en dinsdag bij ons aanbelande schrijvers uit New York (ze zijn alweer weg), vertelden ons eergisteren het volgende verhaal.
Dat er een theorie bestaat dat Columbus een jood zou geweest zijn. En dat zijn bemanning geheel uit joden zou hebben bestaan. Vluchtelingen, opgejaagd door de zoveelste pogrom of vlaag van antisemitisme die de millennia oude geschiedenis van de joden heeft voortgestuwd. Nu, het is maar een theorie. Hoe het verder ging, is mij niet helemaal duidelijk, maar opeens blijkt in New Mexico, teruggetrokken in een woestijnachtig berggebied, een joodse ‘stam’ te huizen. Traditionele joden, met al hun gebruiken en de hele santenboetiek – al is dat laatste woord natuurlijk een beetje ongelukkig gekozen. Ze zijn er al sinds de zestiende eeuw of zoiets, bewaren een tijdlang hun tradities, maar uiteindelijk verwatert het toch. Wanneer ze in de loop van de achttiende of negentiende eeuw worden opgevist in de zich naar het Westen uitbreidende Amerikaanse vaart der volkeren, worden ze – in vergelijking met de naburige Indiaanse stammen – als vreemd ervaren, maar hun herkomst wordt niet geraden. Wel hebben ze nog een paar onverklaarbare gebruiken in ere gehouden. De vrijdagavond leggen ze het werk neer, bijvoorbeeld, of ze plaatsen Hebreeuwse karakters op hun graven: tekens die ze allang niet meer zelf begrijpen en die ze wellicht alleen nog om decoratieve redenen gebruiken.
Het is een vreemd verhaal, en wellicht zijn mij door M’s Amerikaanse accent wel wat details ontgaan. Maar ik vind het toch boeiend en zou het wel eens verder willen onderzoeken. Alle verhalen over overbodig geworden maar toch zichzelf om de een of andere reden, al was het maar de wet der traagheid, voortzettende gebruiken en gewoonten vind ik interessant. Ze stillen mijn honger naar nutteloosheid, rituele repetitie en irrationaliteit. Het beeld dat mij daarbij telkens voor ogen komt is dat van de overtollig geworden blindedarm in het menselijk lichaam. Die joodse, in de loop der tijden in New Mexico verdwaalde groep mensen lijkt mij op de een of andere manier de blindedarm van de wereld. (De vergelijking is wellicht onbewust ingegeven door die andere vergelijking die ik ooit ergens heb gelezen, namelijk van Auschwitz met ‘het aarsgat van de wereld’...)