Met de wielervrienden van de zondagmorgen (we zijn met zes, allemaal in onze ‘Vlaanderen’-tenu die we van de minister hebben gekregen) richting Nederland: Sluis, Heille, Aardenburg. Op kop van het pelotonnetje rijdt de minister het Land Uyt – ik weet het, de woordspeling is flauw en zelfs melig: het is wat het is. Het tempo wordt opgevoerd, ik krijg het lastig met mijn kater en volg H wanneer hij even voorbij Aardenburg de terugtocht aanvat. Op de grens moet ik in café Den Tol mijn voorband wat oppompen.