Tweemaal gaat een gsm af: vlak voor en vlak na de eerste lezing. Toreador! En tijdens de eerste lezing, al van bij de eerste zin, begint een van de kraaien geld op te halen. Het lamento wordt ondersteund door het ritme van klaterende munten. Het wordt extreem moeilijk om voor de tekst over troost de nodige concentratie op te brengen. Laat staan dat hij effectief zou kunnen troosten. Maar is er verdriet? Misschien wordt de troost wel via de kraaiende gsm verstrekt? Olé! Het telefoongeluid draagt in elk geval bij tot een lacherig sfeertje. Wat is dit gênant! En in zijn gênantigheid toch ook weer grappig… Voorin het gangpad staat de kist. En daar weer voor, op een met witte stof beklede ezel voor het altaar, een door de zoon, een kunstschilder, gekonterfeit portret van de aflijvige in grijs en wit. Dwars over het portret heen geschilderd staat te lezen, in de sloganeske typografie die ook het ander werk van de artiest kenmerkt, de leuze ‘LE PASSÉ RESTE LE PRÉSENT’ of iets van die strekking. Melodietjes schallen uit de pilaarluidsprekers. Eerst de klarinet van Willem Vermandere, dan een net niet treurig genoeg deuntje van Satie. Dat is tijdens de communiegang. Maar die duurt dan weer langer dan het deuntje, zodat er een stilte valt… Enzovoort.