wolkenfragmenten uit Robert Walser, De wandeling
4512
Met de grootste oplettendheid en liefde moet degene die wandelt elk kleinste levende ding bestuderen en beschouwen, of het nu een kind is, een hond, een mug, een vlinder, een mus, een worm, een bloem, een man, een huis, een boom, een hek, een slak, een muis, een wolk, een berg, een blad of zelfs maar een schamel, weggegooid stukje schrijfpapier waarop misschien een lief, braaf schoolkind zijn eerste, onbeholpen letters geschreven heeft. (48-49)
4513
Landschap en mensen, klanken en kleuren, gezichten en gestalten, wolken en zonneschijn draaien als schimmen om hem heen; hij vraagt zich af: ‘Waar ben ik?’ (50)