woensdag 23 februari 2022

notitie 125

(220222) 

 

R.I.P. STIJN DE PAEPE


Witlofzang

Gestoofd, gestoomd, gebakken
gesmoord of puur natuur…
Het loof waarnaar wij snakken!
Uit eigen streek! Niet duur!

Al duurt het altijd even:
je lust het mettertijd
en slikt – zo is het leven –
dat beetje bitterheid.

 

En daarboven plaatste hij, op 3 februari, twintig dagen geleden dus, geen twintig dagen voor zijn dood, de korte toevoeging:

 

Witloof. Een bitterzoete ode
😊

 

Die smiley hoort erbij want Stijn De Paepe (1979, godbetert – 2022) had de gewoonte aangenomen om de puntdichtjes, waarvoor hij elke dag op bladzijde 2 van De Morgen een plekje kreeg, op Facebook met dat extraatje aan de niet-geabonneerden aan te bieden: een heel korte samenvatting van het gedicht, samen met een grafische commentaar in de vorm van zorgvuldig uitgekozen emoticons.

Ik, zelf geen papierenkrantenlezer, hoor dat voor velen dat gedichtje, een spitse, grappige en soms messcherpe commentaar bij de actualiteit, het eerste was wat ze in hun dagblad opzochten.

Het witlofgedichtje was een van zijn laatste. We wisten dat Stijn De Paepe ziek was, dat had hij zelf op zeer sobere en waardige en de hem kenmerkende wijze laten weten, maar dat het zo vlug zou gaan…

‘Witlofzang’ is een voor De Paepe typerend gedicht. Al in de titel verraadt het woordkunstenaarschap zich door de samentrekking van lof en loof in een neologisme. En passant becommentarieert de dichter de eeuwige discussie over of je nu witlof of witloof moet zeggen. Dan begint de eerste strofe met een vrolijke cadans: popom popom popompom / popom popom popom… 7, 6, 7, 6 lettergrepen, consequent volgehouden en zonder klemtoonverslikkingen. Mooi! Ritmisch, muzikaal. Een beetje rijmdwang toch ook, want wie ‘snakt’ er nu naar witlof? Verlangen naar of zin hebben in, ja, maar snakken? Enfin, het kan geen kwaad, dit is geen serieuze poëzie. En gebakken is het inderdaad ook lekker. Met wat honing en tijm.

Of is het toch serieuze poëzie? In de tweede strofe trekt De Paepe het register open, van een keukengroente naar niets minder dan het hele leven. Zoals je er even over doet om witlof te leren smaken, zo duurt het ook in het leven even om de bitterheid door te slikken. Uit het kleine puurt de dichter het grote.

Het was niet altijd volmaakt wat Stijn De Paepe schreef. In het begin, toen ik hem op Facebook ontdekte, vond ik er niet veel aan. Maar het duurde niet lang vooraleer ik hem begon te waarderen, mettertijd. Ik sleutelde aan mijn FB-instellingen en vanaf dan kwam hij elke dag bij me langs, zoals bij de krantenlezers. Vaak begon ik mijn dag met zijn gedichtje. Vaak moest ik lachen. Vaak vond ik dat die twintig of dertig woorden doeltreffender waren dan de talrijke lange artikels die zich daarna aandienden.

En dat zonder dat het ooit banaal werd. Stijn De Paepe had een kritische, scherpe pen. En in alles voelde je: dit is een goede mens. Dit is een mens die het goede in andere mensen aanboort en optrommelt. Dit is een mens die nooit gif in zijn woorden mengt.

En nu is hij overleden, verdorie. Uitgerekend op, zoals ik iemand op zijn tijdlijn zag opmerken, palindroomdinsdag: 22022022, de tweeëntwintigste van de tweede maand van tweeduizendtweeëntwintig. Iets meer dan 42 jaar na zijn geboortedag.

In een gedicht waarin hij dan toch voor één keer lucht gaf aan wanhoop en woede, staat deze strofe:

 

Als huilen helpt, ga dan je gang.
Het is niet niks en het duurt lang.
Het kan geen kwaad als het niet gaat.
Het mag gezien zijn, wees niet bang.

 

'Het mag gezien zijn, wees niet bang.' Dat vind ik groots. Ik ben deze man zeer dankbaar. Zijn werk mag inderdaad gezien zijn, en met dat laatste advies, niet bang te zijn, geeft hij ons een wijze raad.