(220218)
EN DAT HET ZAL WAAIEN
Eunice. U kent haar wel. De storm, hij bezoekt ons vandaag.
Maar ik wil het niet over genus hebben. Wel over boodschappers, en hoe we daar op schieten.
Ik hoorde op de radio de laatste minuten van het nieuws-, feelgood-, verkeersinformatie-, duidings- en reclameprogramma De Ochtend. Ruth Joos las enkele reacties voor van luisteraars waaruit ik opmaakte dat er met betrekking tot de storm in de drie uren die het programma had geduurd een vorm van overkill was ontstaan. Onderliggende strekking: Het zal wel weer een storm in een glas water zijn.
Ik heb begrip voor dat soort reacties. Nieuwsredacties zouden zich daar eens over moeten bezinnen: hoe ze bij naderend onheil door te veel en te nadrukkelijk te informeren en te waarschuwen precies het omgekeerde teweegbrengen van wat ze beogen. Als je een waarschuwing, hoe terecht deze ook is, te vaak herhaalt, krijgen de mensen er genoeg van en schuiven ze het van zich af. Met mogelijk schade tot gevolg die had kunnen worden vermeden met een doeltreffender informatie- en waarschuwingssysteem.
Maar ik begrijp dat media vooral op emoties mikken, zoals de emotie angst en de emotie ongerustheid, en dat ze bovendien met elkaar in een opbod verstrikt geraken. De een wil voor de ander niet onderdoen en voor je het weet ben je het eind van de wereld aan het verkondigen.
Ik ben dit aan het schrijven enkele uren voor de storm zijn duivels zal ontbinden. Morgen weten we meer. Eunice, we zullen zien wat je brengt. Ik hoop dat je niet, zoals je voorgangster, een boom in het park voor mijn deur neerlegt.
Mijn Facebookcontact Marc Sierens (een klimaatscepticus met wie ik eerder al eens een discussie had over de klimaatverandering; zie hier schreef gisterenavond – en hij zal het me, hoop ik, niet kwalijk nemen dat ik hem citeer om het bruggetje te maken: ‘Ik word ingelicht dat er morgen een vreselijke storm over het land zal razen. Ok, hoor ik nu iets nieuw of is ondertussen alles een eerste keer. Totale onzin. Stormen doet het al EEUWEN. En bespaar me de idiotie dat het ondertussen erger geworden is.’
De boodschappers waarop we schieten moeten doseren, zo niet zetten ze zichzelf buitenspel. En dat zou sneu zijn want we zullen hen nog nodig hebben met het oog op die andere, veel grotere storm die ons nu al opwacht. Een zonder oog waarin het niet waait. En inderdaad, nu al lijken velen al genoeg te hebben van de onheilstijdingen over de klimaatverandering. Ze schermen er zich voor af, ze luisteren niet meer. En als de boodschapper meer dan driehonderd woorden nodig heeft om zijn punt te maken al zeker niet.
Ik luister wél, zeker als de bron, in dit geval Sammy Roelant, nog niet door overkill en het mikken op emo-clickbait zijn geloofwaardigheid heeft verbeurd, maar ik vraag me wel af in hoeverre het nieuws over de veel grotere storm, in tegenstelling tot de aankondiging dat het deze namiddag hard zal waaien, nog bevattelijk is: lees dit bericht. Ik kom er morgen op terug.