woensdag 2 februari 2022

notitie 104

(220201)

MANOEUVRES

Achter Marijn Trio, die in het Journaal probeert duidelijk te maken hoe de Oekraïners de dreiging aanvoelen, zie ik een opvallend rustige straat en een banale appartementenarchitectuur die me doet vergeten dat de reporter in Kiev staat. Dit is niet meer het groezelige Oost-Europa dat we kennen van Oostblokbeelden à la Ceaușescu, maar evenzeer heeft het kapitalisme hier elk spoor weggewalst van traditionele bouwkunst, zoals we haar soms – en laat ons hopen onder intussen beschermde status – nog aantreffen in kleine stadjes in bijvoorbeeld Bohemen: kleurig en knus rond een langwerpig plein geschikt, de status van de bewoners weerspiegelend, fris in zijn vertoon van afunctionaliteit en anachronisme.

Maar goed, dat is een nevenbedenking. Hier gaat het niet over architectuur maar over dreiging. Hoewel, het gaat toch ook over die gebouwen. Want wat als die heren aan beide kanten van het opgeblazen meningsverschil toch besluiten om op de knop te drukken, dan mag Marijn Trio hier na het geraas en gebral nog eens terugkomen voor een sfeerbeeld met op de achtergrond een rij ruïnes.

Het is onvoorstelbaar. Nu zie ik achter Marijn een auto passeren, en ginds in de verte een voetganger. Deze mensen zijn nog altijd op weg van hun punt A naar hun punt B. Alsof ze een toekomst hebben.

En ja, zo handelen we altijd. Alsof we een toekomst hebben.

Ondertussen, zo lees ik in een van de berichten die mij onder ogen komen, is de dreiging wel degelijk groot. Sinds de Varkensbaai is de spanning tussen de grootmachten nog nooit zo hoog opgelopen. De mogelijkheid van een Derde Wereldoorlog is reëel.

Kan ik mij daar iets bij voorstellen? Neen. Kan ik mij voorstellen hoe het mogelijk is dat het al dan niet plaatsvinden van een zo grote ramp – en zo groot zal hij zeker zijn – nu door zo weinigen wordt bedisseld? Neen, dat kan ik mij niet voorstellen.

Wat zouden de beweegredenen kunnen zijn om nu de spanning zo gevaarlijk hoog te doen oplopen? Zijn de heren bezig met het welzijn van hun burgers, met het zo grootst mogelijke geluk voor zoveel mogelijk personen, met het welvaren van de planeet eventueel? Ik dacht het niet.

Vorige week illustreerde Boris Johnson, u weet wel, die welbespraakte gek uit Londen, heel mooi wat er in de hoofden van die machtige mannen omgaat. Zwaar onder vuur omdat hij de lockdownregels aan zijn laars had gelapt met arrogante tuinfeestjes in zijn ambtswoning (er arrogant op rekenend dat al zijn coronamoeë personeel het zich zou laten welgevallen en dat niemand het in zijn hoofd zou halen om een kritische bedenking te formuleren – hoe arrogant kun je zijn) – zwaar onder vuur dus, richtte Boris zijn pijlen op Oekraïne, een land waar hij waarschijnlijk nog nooit een zinnige overdenking aan had gewijd. Groot-Brittannië moet meehelpen aan het herstellen van het militair evenwicht aan de grens tussen Oekraïne en Rusland! Ja, Boris, goed idee. Wij vergeven jou je partijtjes in je tuin en zullen nu allemaal inzetten op het verjagen van de Russen.

Zou het bij uitbreiding kunnen zijn dat die hele dreiging, daar in dat verre land waar normaal gezien niemand van wakker ligt, alleen maar een nuttig manoeuvre is om onze aandacht af te leiden? Van corona, van de toenemende ongelijkheid, van de falende overheden, van de klimaatramp die op ons afkomt?