De overblijfselen van het IJzeren Gordijn beheersen het
dorpsbeeld: een zuil geschilderd in de Duitse driekleur, zwart-rood-goud,
voorzien van de ondubbelzinnige woorden ‘Deutsche Demokratische Republik’, een
bord met ‘Landesgrenze’, een ander bord met ‘Grenzgebiet’, en verder
wachttorens, een witte muur van gewapend beton met cilinderblokken daarbovenop,
een zoeklicht met de diameter van een badkuip, roestig prikkeldraad, ijzeren
hekken, Spaanse ruiters, een gracht met een betonnen zijwand, slagbomen,
griezelige waarschuwingen voor brisante plekken: ‘Vorsicht Minen’.
Johan de Boose, De
grensganger, 26