zaterdag 22 augustus 2020

scherf 49


Twee zaken komen naar mijn smaak te dicht in mijn buurt.

De eerste is – hoewel ik niet zeker ben of ik hem een zaak kan noemen, maar wat dan wel? – de dood. Meerdere mensen in mijn omgeving – ik denk uiteraard aan X, Y en Z, maar ook aan T, U, V en W, zijn ziek, sommigen van hen terminaal, of ze hebben het net gehad – en ‘het’ is natuurlijk ‘K’. Vaak zijn het niet eens oude mensen, ik bedoel: voorzover zestig of daaromtrent ‘niet oud’ is. In boeken van vroeger lees je dat wel eens: ‘Hij of zij was al oud’, en dan blijkt dat die hij of zij nog maar zestig of zelfs vijftig is – maar dat is vandaag toch niet meer zo. Enfin, je bent met zestig toch nog niet oud genoeg om dood te gaan.

Dat is één. De tweede zaak die mij te dicht nadert, is het fascisme. Daarnet zag ik nog een gezonde, sterke, zeer Arische kerel fier in hemelsblauw S&V-T-shirt rondlopen. S&V staat voor Schild & Vrienden. Men geneert zich niet meer. Men zégt en toont het gewoon. L. vertelde dat ze een oud-leerling van haar had gezien die intussen, zoals P. het verwoordde, een ‘zwartzak’ was geworden. Toen bleek dat hij Vlaams Belang-aanhanger was, schrok L. wel even want dat had ze van een oud-leerling niet verwacht. ‘Ik weet dat mijn kleur niet strookt met uw overtuigingen,’ had de jongeman er nog aan toegevoegd. ‘Geeft niet,’ zei L., ‘we leven toch in een democratie, nietwaar?’ ‘Ja,’ had de jongeman daarop geantwoord, ‘voor zolang dat nog duurt.’ Slip of the tongue.

Dat is het klimaat waarin we leven. Het is nu zichtbaar, en het zal alsmaar zichtbaarder worden. Samen met de opkomst van de mondmaskers is het demasqué ingezet. Berust dat chronologische samengaan tussen beide fenomenen op toeval? Die vraag zou nog interessante politiek-sociologische-groepspsychologische bedenkingen kunnen opleveren.

Ik wik mijn woorden: nooit eerder in mijn tijd van leven was het klimaat protofascistischer dan vandaag. Nooit eerder in mijn leven stond ik dichter bij de dood.