200807
etappe 6/9 –
Charolles-Reyrieux – 106 km (a)
Om kwart voor zeven ben ik al de piste in. Mijn voormiddagrit
voert mij langs de localiteiten Aigueperse en Monsols over de Col du Champ Juin
(742 m) en de Col de Crie (622 m), in een voorgebergte van het Massif Central,
dat ik dus besloten heb niet te zullen doorkruisen. Daarna wacht mij de
spectaculaire afdaling naar Beaujeu. Ik bevind mij, na de Champagne, in de
Beaujolais. Temperaturen en hoogtemeters gaan in stijgende, de kwaliteit van de
streekwijnen in dalende lijn.
Het picknicken voltrekt zich opnieuw in de schaduw van een
kerkportaal. Dit keer te Odenas. Water is te vinden op de begraafplaats. Het is
bloedheet nu. Binnen gehoorafstand staat de hele tijd een vrachtwagen te ronken:
wellicht ter voeding van de airco binnen. Een vrachtwagenchauffeur moet toch in
de koelte kunnen dutten, nietwaar? Wanneer ik bijna klaar ben met mijn
worst-kaasscenario, rijdt het voertuig weg en kan het eindelijk stil worden.
Een bank om op te rusten vind ik pas in een parkje in Villefranche, een
middelgrote, aan de Saône gelegen stad.
Elke reis kent zijn pechdag. Wel, hier begint de mijne.
Aanvankelijk gaat het nog goed. Na mijn siësta beland ik op het terras van het
Family’s Café, waar, zo blijkt uit een tegen de gevel bevestigde plaquette, ‘le
capitaine Giraud’ in de voormiddag van 3 september 1944 zijn commandopost
vestigde om vanuit dit provisoire hoofdkwartier de stad te bevrijden. Zou hij
er menige pastis of fles beaujolais genuttigd hebben?, vraag ik mij dan af. Ik
drink twee cafés allongés, beide
vergezeld van een glas met ijsblokjes gekoeld water, alles samen voor de ronde
som van 3 euro – je moet het op de Brugse markt eens proberen. De bazin
monstert mijn fiets en spreekt: ‘Vous avez toute votre maison avec vous!’
‘Oui,’ antwoord ik, ‘comme les escargots!’
Maar ondertussen blijkt mijn achterband, allicht door toedoen
van de hitte, leeggelopen. Ik reis voor de eerste keer met een smartphone en
ontdek daar nu stilaan de voordelen van. Blijkt dat er op 900 meter van hier
een fietsenzaak open is. Ik daar dus naartoe en, jawel, zo’n pechdag is het nu
toch ook weer niet want binnen het kwartier kan ik opnieuw aan de slag met een
nieuwe binnen- en buitenband, gepakt en gezakt.