etappe 7/9 – Reyrieux-Valence – 155 km (b)
Het wordt een dag van ontmoetingen. Bij een rustplaats langs
de Via Rhona – zo heet het fietspad langs de Rhône – tref ik een gezin dat op
weg is van het Lac Léman naar de Pyreneeën. Man en zoon zijn water gaan zoeken,
de vrouw zit ondertussen enigszins verhit en uitgeblust een schijf watermeloen
(pastèque) te eten. Ik sla een
praatje met haar tot haar gemaal en gebroed terugkeren van de kraan iets
verderop, die ik zelf straks ook ga aanspreken om de watervoorraad aan te
vullen. Niet onbelangrijk bij 39 graden!
Wat verderop haal ik een koppel in: een knappe jongedame
rijdt een meter of tien achter een al wat verweerdere man. De man werkt in
Lille voor de SNCF, afdeling goederentransport naar België. Zijn vriendin heet
Pascaline.
In beide gevallen, het bijna Zwitserse gezin en dit koppel,
word ik geconfronteerd met de vraag wat je nu hoort te doen: spreek je als man
de man aan of de vrouw? Wat is oorbaar?
Op 50 kilometer voor Valence bestel ik een hotelkamer in die
stad. Maar dat vooruit bestellen lijkt even te hoog gegrepen. Zo tegen half
zeven ben ik door mijn beste krachten heen. Ik ben bovendien in Saint-Vallier
de Via Rhona kwijtgeraakt en bevind mij op een drukke nationale. Uitgerekend dan ontmoet ik Johan. Johan is een solitaire
fietser uit Sint-Niklaas. Hij is op weg naar zijn vrienden, die op een camping
op hem wachten en met wie hij een van de volgende dagen de Ventoux wil
oprijden. We moeten allebei dezelfde richting uit en besluiten onze krachten te
bundelen. Ik leg er nu de pees op, rechtdoor langs die nationale. Johan, hoewel 22 jaar jonger, nestelt zich in mijn wiel.
Op die manier help ik hem – want hij zat er ook door, zegt hij. Zijn bijdrage
is uitsluitend psychologisch: hij spreekt mijn competitief ingestelde ik aan,
de mannetjesputter die nog niet oud wil zijn. In Tain-l’Hermitage stopt hij bij
de camping. We nemen afscheid. Ik vertel hem van het verslag
van mijn Frankrijkreis van 2014, hij kan het nog altijd op mijn blog
vinden. Johan belooft me het te zullen lezen. Ik ben benieuwd of ik nog iets
van hem zal horen.
Nu moet ik wel nog 20 kilometer alleen verder. Dat weegt
opeens zwaar door. In de buitenwijken van Valence, naast de rivier en naast een
autosnelwegbrug, vieren Afrikanen met eigen muziek en geuren van gebraden vlees
deze zaterdagavond.
Om kwart voor negen bereik ik het Hôtel des Négociants,
vlakbij het station waar ik 38 jaar geleden met L. een nachttrein richting Die
nam, na eerst in een van de cafés in deze zelfde straat naar de WK-finale
tussen Duitsland en Italië te hebben gekeken. 11
juli 1982 was dat. Met wat rommelig verpakte fastfood van een zaak aan de
overkant van de straat en nog wat bullshit op tv kom ik de avond door. Ik
verneem dat er rellen zijn geweest in Blankenberge en allicht iets chiquere
rellen in Knokke, en dat Wout Van Aert Milaan-San Remo heeft gewonnen. Bravo,
Wout!