190803
Viva la libertà
is een leuke film, die het
vooral moet hebben van de sterke acteerprestaties en de leuke dialogen. De
socialistische premier van Italië is depressief en wordt door zijn entourage
vervangen door zijn tweelingbroer. Op de persconferenties zegt die tout et
n’importe quoi, hij heeft een totaal andere uitstraling – de
populariteitspolls schieten de hoogte in. Maar zijn speech tijdens het
partijbureau snijdt wat hij zegt wel hout. Het is tijd dat links zich verenigt
en een vuist balt, en zich niet langer schikt en plooit en compromissen sluit. Roberto
Andó’s commentaar op ‘de’
politiek is duidelijk. Niet alleen Toni Servillo (de premier én zijn broer, die
dan ook nooit samen in één beeld gevat worden) schittert. Ik heb ook een
speciale boon voor Valeria Bruni Tedeschi, een actrice die ik voor het eerst
nog niet zo heel lang geleden aan het werk zag en die me met haar ‘rijpe’
uiterlijk, brede lach en hese stem kan bekoren op een manier die het strikt
sceno- of cinematografische overschrijdt. * Remco Evenepoel wint op
indrukwekkende wijze de klassieker in San Sebastian. A star is born! *
Schitterende tekening in De Standaard: Suske (Wouter Beke) en Wiske (Gwendolyn
Rutten), die Schallulleke (John Crombez) vasthoudt, lopen weg voor ‘de
slechterik’, die met een gele sjaal om staat te stampvoeten van woede. * (...) * (...) * Wanneer ik thuiskom, zwaait J. naar me
vanuit het park. (...) We hebben een goed gesprek, dat
alle kanten uitwaaiert. Over hondenbezitters, dat ze een examen zouden moeten
afleggen; over A., die door de stad wordt gekoeioneerd omdat
hij privéconcerten organiseert; over P., die opnieuw aan het
schilderen zou zijn; over J.'s reisangst; over relaties (...), dat het wel
eens nodig is ons te herbezinnen over hoe die er dan wel zouden kunnen uitzien
en dat er meer is tussen eenzaamheid en gevangenschap. * Nino Haratischwili, Het
achtste leven (voor Brilka), 241: ‘Ze leenden elkaar het nu en schonken
elkaar toekomstige herinneringen.’ *