200810
etappe 9/9 – Orange-Bauduen – 175 km
Door mijn inzinking gisterennamiddag is het onzeker geworden
of ik vandaag mijn eindbestemming kan bereiken. Ik zal moeten rekenen op de
adrenaline die wordt opgewekt door het er-bijna-zijn. En op een vroeg vertrek.
Ik begin dus om 7 uur aan mijn nu volledig functionele verplaatsing. Achter het
gebergte van de Vaucluse komt de zon op. Zoals de voorbije dagen reeds het
geval was, kijk ik ook nu weer met tevredenheid naar wat ik mezelf gelukkig
niet voor de wielen heb geschoven, wat aanvankelijk nochtans wel de bedoeling
was. Ik wil maar twee, of drie, dingen: avanceren,
geen accidenten, vandaag nog ter bestemming aankomen.
En dus is er geen tijd voor gefilosofeer. Stampen is de
boodschap, over grote en drukke wegen, zuidoostwaarts langs Avignon tot in
Cavaillon, waar ik op een terrasje op het blijkbaar nog maar recent vernieuwde
centrale plein een eerste echte ravitaillering doorvoer na het vroege ontbijt
op de stoep voor een net buiten Orange gelegen bakkerij. Even valt alles op
zijn plaats, ik word in beslag genomen door een intens geluksgevoel. Misschien
heeft het iets te maken met een gebaar van vriendelijkheid dat ik op weg
hierheen mocht ervaren. Op een rotonde verleende een van rechts komende kleine
vrachtwagen me voorrang. Zoals het hoort op rotondes, maar de stralende lach en
het voorrang verlenende armgebaar dat de chauffeur me schonk, was een surplus.
Ik stak mijn duim op naar de man, wat een nog bredere smile uitlokte. Dat was
hartverwarmend. Toen diezelfde vrachtwagen me wat verderop inhaalde, royaal een
méér-dan-anderhalve meter afstand in acht nemend, vertraagde hij, zodat we een
paar seconden naast elkaar bleven rijden. Opnieuw die lach, en dit keer ook een
duim van zijn kant, en ik lachte terug naar die man, bruin van huid en lange
baard, waarop hij dan eindelijk toch versnelde en pas een vijftigtal meter voor
mij uit opnieuw de rechterkant van de rijweg opzocht. Ik dacht aan hoeveel
deugd een klein vriendelijk gebaar kan doen, aan hoeveel plezieriger het leven
zou zijn indien iedereen dat eens wat vaker voor een ander zou overhebben.
Ik volg vanaf Mallemort, waar ik mondvoorraad insla, de wat
kleinere wegen op de linkeroever van de Durance en kom zo voorbij la
Roque-d’Anthéron, de abdij van Silvacane, en het dorpje Saint Estève-Janson.
Daar vind ik een goede picknickplek op een soort van terras waar in de vloer
gaten zijn voorzien op maat van de stam van de bomen onder het terras en ouder
dan het terras.
Na een korte siësta krijg ik kans om de spectaculaire infrastructuur
van het Canal E.D.F. te bewonderen, en om me te verwonderen over de
geheimzinnige site van het Centre d’Études de Cadarache (CEA) – geheimzinnig
omdat nergens uit op te maken valt wát
hier wordt bestudeerd en omdat het meerdere vierkante kilometer grote gebied
met grote hekken van de buitenwereld afgescheiden is. Op Google Maps is het
gebied weggeblurd, maar ik leer er wel dat ‘CEA’ staat voor ‘Commissariat à
l’Énergie Atomique’. Daar net voor kocht ik in Saint Paul-les-Durance twee
eclairs, die ik, in een – succesvolle – poging een aankomende hete honger voor
te blijven, meteen verorberde, samen met een halve liter cola.
Zo voel ik me weer opgewassen tegen het laatste
etappe-onderdeel: de klim naar de Lac de Sainte-Croix vanaf Gréoux-les-Bains.
Het landschap is hier nu werkelijk zeer mooi, ook al omdat de avondzon er een
mooi licht op werpt. Na Riez rijd ik over het plateau met lavendelvelden waar
ik vorig jaar ook al fietste. Nu is de lavendel geoogst, er staan geen selfies
makende toeristen tussen het geurige paars. Links van me rijdt mijn schaduw met
me mee.
Mijn hart springt op wanneer ik diep onder me de eerste glimp
van mijn bestemming zie: het meer. Maar ik ben er nog niet, ik moet helemaal
aan de andere kant zijn.
Het is bijna donker wanneer ik op de camping arriveer. A. en
haar kompanen hebben niet op me gewacht om aan de aperitief te beginnen. Maar
ze wachten me wel op, en wanneer ik tot naast de tafel rijd waaraan zij hebben
plaatsgenomen, word ik op applaus onthaald! Missie volbracht! En niet in de geplande
tien maar wel in negen dagen!