woensdag 26 augustus 2020

per fiets naar de Midi 10


200808

etappe 7/9 – Reyrieux-Valence – 155 km (a)

Ik maak mij om zeven uur op voor een rit langs de Saône en vervolgens, wanneer ik Lyon zal hebben doorkruist, de Rhône. Het vooruitzicht dwars door Lyon te moeten, schrikt me af.

Mijn ontbijt nuttig ik niet in het hotel omdat het daar pas vanaf acht uur wordt opgediend, maar, indachtig het gisterenavond gegeven advies van de vriendelijke hoteluitbaatster, in het volgende dorp op mijn weg naar het Zuiden. Parcieux moet dat dan geweest zijn, op het terras van een bakkerij. Met een knipoog – ik ben ook nog middenstander geweest – beloof ik de hotelierster haar groeten over te brengen aan de bakker. De vrouw kan mijn grapje smaken. Voor de krantenwinkel, tevens tabakverdeler, zitten vroege vogels de toestand te bespreken.


Reeds vanaf het ogenblik dat Lyon op nog 15 kilometer wordt aangewezen, merk je, in de nadering, het dreigende aanzwellen van het grootstedelijke gevoel. Ik beland in een kluwen van wegen, kmo-zones, nutsvoorzieningen, openbaarvervoerinfrastructuur, enzovoort. Wat een geluk dat het vandaag zaterdag is, en nog vroeg, en vakantie! Het moet hier anders een heksenketel zijn. Maar het valt supergoed mee. En bij het doorkruisen van de stad zelf blijken mijn telefoon en het kompas op mijn fiets-gps uitermate geschikte hulpmiddelen. Ik zie de markt op de oever van de Rhône, de eigenaardige torens op de heuvel op de westelijke oever, de bijna verlaten straten van het chique centrum.

Aan de andere kant van de tweede stad van Frankrijk, de zuidkant, is alles nog dichter bebouwd, nog groezeliger. Verval en nieuwbouw zijn onlosmakelijk met elkaar verweven. Uiteindelijk geraak ik toch uit het kluwen en vind ik mijn weg naar Vienne. Daar houd ik middagpauze in het park. Op een bank naast de mijne heeft een lezer verkoeling gezocht. Hij leest een uitgeleefde Livre de Poche-pocket. De auteur, mij niet bekend, is Yves Berger – een Amerikaliefhebber en antiglobalist, zo leert Wikipedia mij nu. Ik knoop een gesprekje aan. De man, die er eigenlijk ook wel een beetje uitgeleefd uitziet, was tuinman in dit park, en later geraakte hij betrokken bij een rekruteringsproject voor werkzoekenden. Of zoiets. Nu staat hij vlak voor zijn pensioen. 


De lezer raadt me aan om bij gindse brug, waar ik vooraleer dit park te vinden aan was voorbijgereden, het op de tegenoverliggende oever aangelegde fietspad langs de Rhône op te zoeken. Dat blijkt een gouden raad. Het pad loopt lekker, er zit geen verkeer op en, vooral, het is vlak. Het is wel wat saai, maar de kilometerteller tikt aan en dat is wat vanaf nu telt.