wolkenfragmenten uit Richard Powers, Tot in de hemel
3782
De rampspoed zweeft hoog boven hem in de wolken, daar hoeft hij niets meer aan te doen. (105)
3783
Zonder risicopool geen wolkenkrabbers, geen succesfilms, geen grootschalige landbouw, geen georganiseerde geneeskunde. (200)
3784
Aan de westelijke hemel beginnen tinnen wolken te verbleken en ergens daaronder ligt het moment van het leven. (206)
3785
De uren rollen voorbij als de wolken. (215)
3786
Waar een bladerdak zou moeten zijn, is alleen een grijsblauwe massa regenwolken zichtbaar. (235)
3787
Wolk, berg. (322)
3788
Die grauwgrijze wolkjes lijken van steviger materiaal dan de groenbruine staken die erdoorheen prikken. (323)
3789
De top van het verstrengelde samenstel verdwijnt in de lage bewolking. (323)
3790
Aan alle kanten likken bomen aan de lage, vochtige hemel, aan de wolken die ze zelf helpen zaaien. (324)
3791
Het is lastig om bomen zo hoog als wolkenkrabbers te vellen wanneer een haal met de zaag en een licht windje al tot doodslag kunnen leiden. (352)
3792
Boven hem verdwijnt een lange, bruine weg in de wolken. (384)
3793
Hij had zich nooit een voorstelling gemaakt van het geweld – alsof er een wolkenkrabber instort. (391)
3794
De adem van twee anderen, die belachelijk dichtbij in dit wolkendorp hun stille dienst houden. (393)
3795
Een uiterst gestileerde inkttekening van een zwevende, in wolken gehulde berg. (442)
3796
Aanzwellend oranje, wit, grijs en zwart in het wolkeloze blauw. (479)
3797
Terwijl de wolken hun dieprode kleur verliezen, loopt hij naar de auto om zijn inklapbare kampeerschep te pakken. (492)
3798
De afgeplatte cirkels van de valse christusdoorns kleuren al geel en overal op de grond vormen slaapzakken en tenten een kamp onder de wolkenkrabbers. (513-514)
3799
Het liefst zou hij op iedereen een toefje lak aanbrengen en naar de veertigste verdieping van de dichtstbijzijnde wolkenkrabber gaan om hen beter te kunnen bestuderen. (516)
3800
Douglas kijkt omhoog langs de muur van de Douglas kijkt omhoog langs de muur van de wolkenkrabber. (521)