woensdag 26 augustus 2020

vorig jaar 215


190802

Als voor een in een voorbije tijd gesitueerde film de rekwisiteur eigentijdse auto’s moet laten figureren, zal ik altijd – zeker als de film me verveelt – uitkijken of dezelfde auto niet meer dan eens door het beeld rijdt. In Call Me by Your Name van Luca Guadagnino (2017), naar de gelijknamige roman van André Aciman, is dat in inderdaad het geval. Het verhaal speelt begin de jaren tachtig ergens in een klein Noord-Italiaans stadje, uiteraard zijn de meeste auto’s die toen rondreden nu uit het straatbeeld verdwenen. Van een wit cinquecento’tje valt dat zo niet op, maar als je meerdere keren een mooie blauwe Alfa Romeo coupé inzet, wijst dat toch op rekwisitoriale luiheid of armoede. En in elk geval, filmtechnisch gesproken, op slordigheid. Zo vraag ik me ook af wat ik moet met die zeer eigentijdse tractor die op een gegeven ogenblik door het beeld dieselt. Met die tractor is niets mis, en ook niet met de aanhangwagen. Maar klopt het dat er in die tijd twee van die strak aangebonden hooicilinders op liggen? Bestond die hooibusseltechnologie toen al? Waren het geen balkvormige strobalen, en kwamen die cilinders, die je nu na de oogst overal in het landschap ziet liggen, niet pas later? Ik zou het eens moeten opzoeken. Het lijkt een detail, muggenzifterij zelfs, maar je mag perfectie verwachten in het creëren van lokale kleur en historische sensatie. Zeker in een film die om tal van andere redenen behoorlijk de mist in gaat. Waarom situeert Guadagnino zijn interpretatie van Acimans roman in Italië? Wat doet hij met de politieke situatie die af en toe ter sprake wordt gebracht? Waarom moeten zijn hoofdpersonages joods zijn? Enzovoort. Ik ben benieuwd of ik de antwoorden op deze vragen bij Aciman zelf zal vinden – ik bezit zijn roman (10 september 2018 aangeschaft) en begin er meteen aan. Niet alleen blijven deze – en nog andere – vragen onbeantwoord, bovendien sleept de film zich ergerlijk traag voort en zijn de acteerprestaties ondermaats. Enkel het gesprek tussen vader en zoon aan het eind compenseren de volgehouden zit nog een beetje – maar dat is een puur inhoudelijke kwestie, ook die scène is niet bepaald spetterend geacteerd en in beeld gebracht. * (...) * Een parallel tussen de twee films die ik de voorbije dagen zag, Youth en Call Me by Your Name: de waardering van de emotie boven de rede. In Youth zegt Harvey Keitel het letterlijk: de emotie is het enige wat wij hebben, waarna hij weliswaar de hand aan zichzelf slaat. In Call Me… zit het in de preek van de vader: Jongen, behoud de liefdeservaring die je hebt gehad, ook al moet je daarvoor de pijn uitzitten: het zijn allemaal emoties en de meesten onder ons moeten die ontberen. Het schrijnende van deze tussenkomst is natuurlijk dat de vader, die nochtans een gelukkig huwelijk lijkt te hebben, het hier ook over zichzelf heeft; hij herkent in wat hij zijn zoon heeft zien overkomen iets wat hemzelf nooit te beurt is gevallen, en de onderliggende logische veronderstelling is natuurlijk dat hij, om te willen huwen, homo-erotische verlangens heeft moeten onderdrukken – al is die suggestie niet dwingend af te leiden uit wat Guadagnino ons wil tonen op basis van wat hij bij Aciman gelezen heeft. *