woensdag 7 november 2018

wolken 3059-3077


wolkenfragmenten uit Peter Verhelst, De kunst van het crashen

3059
Er hangt een witte wolk in de grijze lucht. (9)

3060
Kijk hoe hij begint op te lossen in het donker op deze maanloze, bewolkte avond. (21)

3061
De zwarte muur als een onweerswolk. (56)

3062
Maar als je door de kier stapt, de lucht lavendelkleurig en wolkeloos, wiegt het lange gras alsof er een onzichtbare kudde paarden door galoppeert. (59)

3063
Uit de zwarte wolk, die tegen de bergen aan is geschoven, wervelen met bliksemdraden doorschoten sluiers neer. (64)

3064
Wat Muybridge fotografeerde was niet zozeer het landschap zelf, maar wel het verlangen naar een groots landschap – hij voegde eigenhandig wolken toen en soms zelfs nietige figuren om de lucht dramatischer en het landschap nog immenser te maken. (80)

3065
Een wolk in de blauwe lucht.
Het geelwit van de bebaarde man.
De vrouw met de bebloede jurk.
Een hand die op me lag terwijl ik uit het wrak kroop.
Ik wil niet denken.
Ik. Wil. Niet. Denken.
Een wolk in de blauwe lucht.
Een wolk in de blauwe lucht.
Dat wil ik denken. (110)

3066
Er zijn almaar meer gefilterde lichtstralen, schakeringen van wit tot lichtgeel, doorschijnende sluiers – zo is het dus om in een wolk rond te lopen. (124)

3067
Ik zie wolken schaduwen werpen op woeste, met struiken bespikkelde heuvels. (124)

3068
In het landschap beweegt een wolk als een melkglazen koepel over de vlakten – zoals een luchtbel over water kan schuiven, maar dan veel groter. (127)

3069
Dooraderd met peeskleurige draadjes die aan alle kanten uit de wolk springen. (127)

3070
De wolk zeilt als een loden berg mijn richting uit, zijn schaduw onder zich meeslepend. (127)

3071
Rechts van me heeft de onweerswolk zijn duivels ontbonden en rest nog een witte vlok die traag uiteenwaait. (131)

3072
Als een wolk boven de hoofden, zo wit, dat waas. (167)

3073
Ik zit achter het stuur van een auto en er speelt luie muziek en het is bewolkt. (204)

3074
Ik zeg: ‘Ik zie een kompas, stippellijnen, bergjes, een riviertje, bomen, wolken.’ (227)

3075
Een witte wolk.
De wolk bestaat uit ragfijne nevelvlaggen die klapperen, wapperen, zich verstrengelen, weer uiteenwaaien, tientallen vlaggen, alsof de wind uit allerlei richtingen komt. Waardoor die wolk zich constant, in alle tinten tussen wit en zilver in, binnenstebuiten keert. (243)

3076
De wolk bestaat uit ragfijne nevelvlaggen die klapperen, wapperen, zich verstrengelen, weer uiteenwaaien, tientallen vlaggen, alsof de wind uit allerlei richtingen komt. (248)

3077
Werkelijk doodstil hangt de wolk in de lucht. (249)