Ik ben met de ‘roman’ Vaderland
van Fernando Aramburu wel een week of drie zoet geweest. 572 dichtbedrukte
bladzijden, daar moet je wel even voor gaan zitten. Was dat de moeite waard?
Wel, na enig aarzelen in het begin, toen ik voortlas omdat ik in de aankoop had
geïnvesteerd en ik niet meteen wou toegeven dat het à fonds perdus was geweest, ben ik toch geboeid blijven voortlezen
en ben ik nu toch blij dat ik tot het einde heb doorgezet.
Het boek is opgedeeld in 125 korte hoofdstukjes van
telkens 3 tot maximum 6 bladzijden, wat een vlotte lectuur bevordert. In het
begin moet je bij de les blijven om wegwijs te geraken uit de (talrijke)
personages, maar na een honderdtal bladzijden is iedereen die je moet kennen de
revue gepasseerd en komen er nauwelijks nog nieuwe gezichten bij. Vanaf dan
blijft alles duidelijk en overzichtelijk. Je hebt grosso modo twee kampen, met
in elk kamp enkele ‘raakpunten’. Er is het kamp van de Baskische nationalisten,
met een ETA-terrorist die een aanslag pleegt, en er is het kamp van de
slachtoffers, ook Basken overigens, maar niet zo strikt in de leer.
Dat vergat ik te zeggen: Vaderland is een roman over Baskenland en het Baskische
nationalisme. Daar heeft een tijd een nogal hevige strijd gewoed voor
onafhankelijkheid of separatisme of hoe noem je dat, zoals we dat ook van
Catalonië kennen (Poets uw mond!) en
Vlaanderen, maar in Baskenland is het er wel een tijdje nogal heftig aan toegegaan,
met heel wat aanslagen en centralistische tegenacties, samen goed voor een
conflict dat ‘Vuile oorlog’ werd genoemd en dat in totaal – even Wikipedia erop
naslaan – bijna duizend doden heeft geëist en heel veel miserie heeft
veroorzaakt bij de nabestaanden en verwanten van de daders. Waar dat
nationalisme al niet goed voor is. Want dat is het wat Aramburu doet met zijn
boek. Hij introduceert ons in de families van daders en slachtoffers en toont
de ravages die een politiek conflict, dat velen niet eens interesseert, kan
aanrichten.
De ETA (Euskadi Ta
Askatasuna, wat letterlijk vertaald ‘Baskenland en Vrijheid’ betekent) heeft
ondertussen haar acties gestaakt en ik vermoed dat de meeste Spanjaarden en
Basken daar heel blij mee zijn en hopen dat het zo blijft.
Is Vaderland de
investering van het geld en plusminus een vol etmaal lezen waard? Het had
allemaal veel beknopter gekund, dat is zeker. Aramburu beoefent een extreem
realistische schrijftrant, waarin hij elke gemoedsbeweging, dialoog en demarche
van zijn personages tot in de puntjes beschrijft. (In decor- en
landschapsbeschrijvingen gaat hij dan weer niet zo minutieus te werk; dat is
duidelijk niet wat hem interesseert.) Soms valt hij in herhaling, wat het
geduld van de lezer danig op de proef stelt. Maar op den duur ontstaat er wel
een flow, een ritme, iets soap-achtigs waarin je je kunt nestelen. Je geraakt
vertrouwd met de personages, en wilt dan ook wel weten hoe het hun vergaat. Zoals
in een soap word je nu eens in dit gezin, dan weer in het andere
binnengeloodst: de settings wisselen elkaar af, verhouden zich tot elkaar, totdat…
– maar dat mag niet worden verklapt.
Je moet er wel een paar stilistische eigenaardigheden
voor lief bij nemen. Aramburu permitteert zich om van persoonsvorm te wisselen.
Hij vertelt over iemand in de derde persoon, maar gaat dan in zijn of haar
hoofd zitten en gebruikt de ik-vorm. Ook aarzelt hij vaak tussen adjectieven,
en dan schrijft hij een zin als: ‘Van die menselijke/mooie, knappe/hartelijke
vrouw.’ Hij schrijft ook veel werkwoordloze zinnen. En wat hij ook vaak doet,
is Baskische woorden gebruiken, die hij cursief plaatst en die je dan moet gaan
opzoeken in het register achterin het boek: ‘En de txakurras verspreidden zich zó snel over de woning dat ze niet
zeker wist hoeveel het er waren.’
Hoe het de personages vergaat? Aramburu slaagt erin ze
herkenbaar te maken, met eigen tics en kenmerken, en met een herkenbare
psychologie. Voor de rest moet je het zien in het licht van de ruimere
politieke context. Uiteindelijk heeft de ETA ingebonden en alle verdere
politiek geïnspireerde gewelddadige acties afgezworen. De frustratie bij de
enkelingen die hun leven voor de zaak hebben geriskeerd, weegt niet op tegen de
opluchting en de berusting bij de meerderheid: was het dat wel allemaal waard?
Maar de wonden zijn geslagen en verdwijnen pas volledig wanneer diegenen die
erdoor zijn getekend in het graf worden bijgezet, naast de slachtoffers van de
terreurdaden. Vaderland is een
humanistisch, maar ook een politiek want antinationalistisch document.