In de stad komen talloze lotsbestemmingen samen in
onafzienbare ketens van causaliteit en toeval. Vertrouwd is de stad waar deze
interacties niet opvallen en in dagelijkse routines verzinken. In een vreemde
stad zijn ze des te zichtbaarder en trekken zij de aandacht van de toerist.
Ik was samen met S. op citytrip in Madrid. Ik was daar
nooit eerder, het was een voor mij onbekende stad. De toerist is een
buitenstaander. Op zoek naar aanknopingspunten ziet hij vaak dingen die
ingezetenen al lang niet meer zien. Wat voor hen vertrouwd is, vindt hij
vreemd.
Ik geraak op deze foto niet uitgekeken. Niet zozeer om
wat er op te zien valt, maar om wat hij in me oproept. Ik probeer te
reconstrueren wat mijn aandacht trok, en wat hier verder nog uit is
voortgevloeid. Want dat is fotografie ook, of misschien zelfs vooral: een
middel om herinnering en verbeelding, droom en fantasie aan het werk te zetten.
We slenterden door de Gran Via, een centrale, van west
naar oost lopende verkeersas met tal van prestigieuze instellingen. De Fundación
Telefónica is er een van. De uitvergrote zwart-witfoto van een verpleegster in
een raampartij van het gebouw trok mijn aandacht. Ik zag vrijwel tegelijkertijd
ook de jonge vrouw die haar hand uitstak. Twee jonge vrouwen, van elkaar
onderscheiden door tal van contrasten: dood (wellicht)/levend; zwart-wit/kleur;
verleden/heden; fier staand/nederig zittend; zelfbewuste blik/misère;
hulpbiedend/hulpvragend; mij aankijkend/mij niet aankijkend (maar dat laatste zag ik maar op de foto). Vanuit de heup, want met schroom, probeerde ik deze
tegenstellingen te vatten. Vandaar het schuine beeld – maar dat geeft niet want
precies dat schots en scheve is expressief. Verder is op mijn foto nog te zien:
de onverschillig passerende passanten, waarvan er twee, links en rechts, al
half het beeld uitstappen; de architectuur; het spel van de schaduwen. Links
van de bedelares zie ik de schaduw van de straatverlichting, een soort van
lampekap; rechtsonder haar mijn eigen schaduw, heupschietend.
De foto van de verpleegster was de affiche voor een
tentoonstelling van de fotograaf Luis
Ramón Marín (1884-1944). Ik kende hem toen niet. De affiche zette ons ertoe
aan de tentoonstelling te bezoeken. Marín bleek heel wat mooie opnames te
hebben gemaakt, onder meer vanuit een opvallende fascinatie voor mobiliteit, technologie
en vooruitgang. Een afdruk van een van zijn foto’s, van een man die aan een
spankabel van een immense tent naar beneden roetsjt, werd gebruikt als
tentoonstellingsfolder. Ik nam hem mee en lijstte hem in – de foto heeft
jarenlang in de buurt van mijn werktafel gehangen. Nu ligt hij ergens in een lade.
Misschien geef ik hem nog een leven.
Hoe het de bedelares verder is vergaan, weet ik niet.
Ik hoop voor haar dat ze ondertussen een betere plek heeft gevonden, met een
échte bewaarengel op haar schouder.
Madrid – 071229
foto: Luis Ramón Marín |