donderdag 15 november 2018

van Dale 211-215


211
Of het nu de coelacant, Goethe, Andy Warhol, de dodo, countrymuziek, Aboriginals zijn, hij moet er boeken over hebben.
Thomas Blondeau & Roderik Six, De boekendokter, 151

coelacant /selakɑnt/ (de (m.); -en) grote, primitieve beenvis

212
‘Hoor die koe eens nirken,’ zei ze dan.
Leo Pleysier, Heel de tijd, 119

nirken (overg.; nirkte, h. genirkt) (gew.) herkauwen

213
(…) denk aan de blinde muzikant die in de lobby van het Azalaï-hotel in de Malinese hoofdstad Bamako zijn kora bespeelde terwijl aan zijn voeten zijn vijfjarige dochtertje zat te luisteren (…)
Leo Pleysier, Heel de tijd, 145

kora (de; -‘s) West-Afrikaans tokkelinstrument met een grote klankkast en 21 snaren

214
(…) de schalk die, terwijl hij daar in zijn eentje onder een hoge beukenboom in zijn tuin staat, met luid handgeklap de overvliegende kauwen probeert bang te maken (…)
Leo Pleysier, Heel de tijd, 171

1schalk (de (m.); -en) iem. die op grappige wijze plaagt of dingen doet of zegt die eigenlijk niet gepast zijn, syn. guit, grappenmaker

215
‘Ik moet weer verder, ik heb mijn zoon mul beloofd voor het avondeten. (…)
Fernando Aramburu, Vaderland, 10

1mul (de (m.); -len) 1 naam van een familie van vissen (Mullidae), syn. zeebarbeel 2 (in ’t bijz.) vissoort die op de baars lijkt, belangrijke consumptievis (Mullus surmuletus), syn. koning van de poon, zeekoning