Of het nu de coelacant,
Goethe, Andy Warhol, de dodo, countrymuziek, Aboriginals zijn, hij moet er
boeken over hebben.
Thomas Blondeau & Roderik Six, De boekendokter, 151
coelacant /selakɑnt/
(de (m.); -en) grote, primitieve beenvis
212
‘Hoor die koe eens nirken,’
zei ze dan.
Leo Pleysier, Heel de
tijd, 119
nirken (overg.;
nirkte, h. genirkt) (gew.) herkauwen
213
(…) denk aan de blinde muzikant die in de lobby van het
Azalaï-hotel in de Malinese hoofdstad Bamako zijn kora bespeelde terwijl aan zijn voeten zijn vijfjarige dochtertje
zat te luisteren (…)
Leo Pleysier, Heel de
tijd, 145
kora (de; -‘s)
West-Afrikaans tokkelinstrument met een grote klankkast en 21 snaren
214
(…) de schalk die,
terwijl hij daar in zijn eentje onder een hoge beukenboom in zijn tuin staat,
met luid handgeklap de overvliegende kauwen probeert bang te maken (…)
Leo Pleysier, Heel de
tijd, 171
1schalk
(de (m.); -en) iem. die op grappige wijze plaagt of dingen doet of zegt die
eigenlijk niet gepast zijn, syn. guit,
grappenmaker
215
‘Ik moet weer verder, ik heb mijn zoon mul beloofd voor het
avondeten. (…)’
Fernando Aramburu, Vaderland,
10
1mul (de
(m.); -len) 1 naam van een familie van vissen (Mullidae), syn. zeebarbeel 2
(in ’t bijz.) vissoort die op de baars lijkt, belangrijke consumptievis (Mullus surmuletus), syn. koning van de poon, zeekoning