Soms denk je, zonder daarom onbescheiden te willen
zijn, bij een eigen foto: dit doet mij denken aan ergens iets wat ik ooit in
een fotoboek hebt gezien, of op het net, op een site gewijd aan een of andere
iconische fotograaf met naam en faam. Als het om een zelfgemaakte foto gaat,
past het natuurlijk altijd bescheiden te blijven, maar een dergelijke
associatie stemt toch tot enige tevredenheid – al moet je natuurlijk oog
blijven hebben voor je onvolkomenheden. Maar goed, die waren er in het werk van
de iconische fotograaf vast ook wel – zijn of haar werk is iconisch geworden
omdat het patina van de tijd erop is neergestreken, omdat de foto in kwestie is
opgenomen in een heel corpus, omdat de beelden de blik van talloze anderen
hebben gericht, en jij bent zelf een van die talloze anderen.
Bill Brandt, Londen 1938 |
Bill Brandt (Hamburg 1904-Londen 1983) fotografeerde
kort voor de Tweede Wereldoorlog op straat spelende kinderen. Hij deed dat in
een stedelijke context. Ik zag ergens een van die foto’s en moest eraan denken
toen ik de foto die ik zelf in 2007 in Liverpool maakte voor deze reeks
selecteerde. De associatie met Brandt is natuurlijk ook ten dele ingegeven door
de Britse setting. Voor het overige zijn beide foto’s nauwelijks vergelijkbaar.
Maar ze spelen – voor mij – wel op elkaar in.
Op mijn beeld wijzen allerlei elementen op
eigentijdsheid: de kleding van de bakvissen, kortgerokt en hooggehakt; de
winkelpuien; het straatmeubilair, de radiotoren. We bevinden ons in de vroege
21ste eeuw. Maar ooit zal ook deze foto er gedateerd uitzien.
Het jongentje dat achter de duif aanzit, had
daarentegen – behalve dan vanwege zijn confectiepakje – ook in de jaren dertig
kunnen gefotografeerd zijn, en dat maakt zijn kinderlijkheid en onschuld uit, die
contrasteren met het seksueel opgeladen meisjesgezelschap. (Zie hoe een van de
meisjes de fotograaf in de gaten houdt.)
Wat verderop op
het trottoir komt een tweede groepje ons tegemoet. Het is gemengd en vertegenwoordigt
de toekomst, het verlangen, de hoop. De duif zal opvliegen, zoveel is zeker. De
beide groepjes zullen elkaar kruisen. De meisjes zullen giechelen, allicht. Arm
in arm. En zo gaat het generatie na generatie, steeds opnieuw. De modaliteiten wijzigen,
de fundamentele drijfveren blijven dezelfde: spel en onschuld, verlangen en
vergankelijkheid.
Liverpool (VK) – 070725