Ze spraken afwisselend goed over schoenen en kwaad van
vriendinnen. Goed over de schoenen die ze hadden gekocht of nog zouden gaan
kopen en kwaad van de schoenen van Miranda, die rode, je hebt ze gezien in de
etalage van Mia Moda, met zo'n hak, ze heeft ook geen smaak ook niet, en ze
waren nog duur ook, maar ze staan haar gewoon niet en weet je waar ze ze onder
draagt? Nee? Onder die gele minirok die ze laatst heeft gekocht in de
uitverkoop bij de Foxxxy. Nee! Ga weg! Onder die gele? Ja, ik zweer het je, ik
zag haar gisteren lopen met die nieuwe vriend van haar, hoe heet hij nou ook
alweer? Karim? Ja, Karim, die meid heeft gewoon geen smaak. Kan zij ook niets
aan doen, weet ik wel, maar dan moet je niet die rode schoenen kopen. Als ze
nou bijvoorbeeld die halfhoge laarsjes had gekocht. Welke? Ja, je weet wel, die
zwarte laarsjes die we vanmiddag hebben gezien.
Ilja Leonard Pfeijffer, Rupert,
125-126