14 mei 2016
zaterdag
Staat er een jongentje naast mij met zijn fiets op het groen
licht te wachten. Opgewekt, spreekt wat tegen zichzelf. En dan tot mij: ‘Gaan
ze kampioen spelen morgen?’ ‘Natuurlijk gaan ze kampioen spelen!’ antwoord ik.
Morgen speelt Club Brugge tegen Anderlecht en als ze winnen is het zover. ‘Het
is elf jaar geleden,’ weet de jongen. ‘Ja,’ zeg ik, ‘dat is juist. Hoe oud ben
jij?’ ‘Elf jaar,’ antwoordt de jongen. Ik dacht al zoiets. ‘Dan zijn ze voor
het laatst kampioen geworden toen jij geboren bent.’ De jongen glimlacht, zegt
dat hij samen met zijn vader een abonnement heeft maar dat hij morgen niet kan
gaan omdat er een wedstrijd is in zijn roeiclub. Hij zegt dat hij moet roeien
omdat hij anders te dik wordt. Hij ziet er inderdaad een beetje mollig uit. Mocht
ik zijn vader zijn, ik zou hem die roeiwedstrijd toch laten skippen want
kampioen worden, dat doet je favoriete ploeg niet elk jaar. Ik vraag hem of er
dan tenminste iemand in zijn plaats met zijn abonnement naar de match gaat kijken. Ja,
er is iemand. Het licht springt op groen en het jongentje fietst weg. Niet na
mij eerst nog vrolijk een goeiedag te hebben gewenst. ¶