13 mei 2016
vrijdag
Nous ne vieillirons
pas ensemble (1971) van Maurice Pialat gaat over hoe moeizaam het einde van
een relatie tot stand komt wanneer alleen nog de seks goed is. Bij de zoveelste
ruzie besluit het meisje (Marlène Jobert) eindelijk tot een definitieve breuk, maar
ze wil wel nog één allerlaatste keer naar bed met haar bijzonder korzelige
brombeer (Jean Yanne), een getrouwde man die in de zes jaar dat hij Cathérine
als maîtresse had nooit overwoog om van zijn vrouw te scheiden. Yanne kreeg
voor zijn vertolking een prijs voor de beste mannelijke rol in Cannes. Het
script wou dat hij een behoorlijk vrouwonvriendelijke macho neerzette, en dat
deed hij zo overtuigend dat het niet te harden is. In
een
gesprek met de eeuwig jonge Michel Drucker vertelt Jobert dat de relatie
tussen Pialat en Yanne in die mate verzuurd was dat het geen haar scheelde of
de film werd midden in de
tournages stopgezet.
Wellicht verklaart die onenigheid ook wel enigszins waarom Yanne er in deze
film zo nurks bij loopt. Leuk aan deze film vond ik vooral de jaren
zeventig-look, zichtbaar in de
coiffures,
de kledij (veel bruin, beige en oranje) en de auto’s op straat. Dat laatste heeft
voelbaar iets zeer natuurlijks omdat Pialat gewoon filmde wat er zich op dat
moment aandiende, en wat lijkt dat nu verschrikkelijk ver weg allemaal.
Dat gevoel van ‘natuurlijkheid’ in de verfilmde
stedelijkheid heb je helemaal niet in
Der
Staat gegen Fritz Bauer (Lars Kraume, 2015), een politiek-psychologisch
drama over de jacht van een Duits-joodse ambtenaar op oorlogsmisdadiger Adolf
Eichmann (waardoor deze film enigszins overlapt met de biografische film
Hannah Arendt (2012)).
Der Staat… is nú gemaakt maar speelt op
het eind van de jaren vijftig, en kosten noch moeite werden gespaard om dit op
een overtuigende wijze in beeld te brengen. Heel wat oldtimer Mercedessen,
Opels en Volkswagens werden gemobiliseerd om de buitenscènes eigentijds te
maken, maar al die auto’s blinken te veel en rijden rond in een te opzichtige
choreografie. In twee verschillende vanuit een auto gefilmde shots zien we
zelfs twee keer dezelfde autobus passeren, gevolgd door dezelfde personenwagen.
Wat me ook wel bijbleef, is hoeveel smaakvoller de kleren en interieurs toen
waren in vergelijking met wat – nauwelijks te geloven – twaalf jaar later Maurice
Pialat door zijn lens zag, nadat die vermaledijde democratiserende en alle zin
voor smaak en distantie wegvagende jaren zestig over alles heen waren gegaan.
Nog een film die ik dezer dagen zag, was Jeune & Jolie van François Ozon
(2013), over het verborgen leven van onze kinderen.