Al die wonderbaarlijke haat. Jezus, je krijgt geen hap door je keel als je daar je buik van vol hebt. Cathal doopt een stukje brood in het zachte eigeel en veegt zijn kin af. Op het erf kibbelen een paar kippen om restjes voer. Een raaf landt op een hekpaal bij de rode schuur.
Colum McCann, Vissen in de nachtzwarte rivier, 183